Zoek

Rondom het kasteel Well

Door prof. dr. Gerard Bartelink *Rijssen 28-04-1924. Hij is getrouwd met Els Thissen uit de Grotestraat - een dochter van 'Thissen de Post'.

Hebben jullie ooit gelezen over het spook in 't Wells kasteel?
Of haal je je schouders op en zeg je: weet ik veel?
Een beetje kasteel had vroeger wel een echt spook binnen zijn muren
Het doolde rond, dat kon soms jaren duren.
En omdat een spook – echt of onecht – vroeger echt niet mal was,
Neem ik voetstoots aan dat dit ook in Well wel 't geval was.
Sterker nog: niet lang geleden heb ik zelf dat Wells spook gezien
Al denken jullie "Hij liegt dat het barst", misschien.
Je kunt het geloven of niet: ik heb er zelfs mee gesproken
En het was best gezellig, zo'n onderhoud met spoken.
't Was middernacht. De laatste slag van twaalf had juist geklonken.
Stikdonker buiten. Geen schijnsel van de maan. Geen sterren blonken.
Maar mijn flambouw lichtte mij bij en gaf een grillige lichtschijn.
Mijn heup deed pijn. Slijtage, zegt de dokter. Of zou het jicht zijn?
Op de brug over de gracht klonk mijn voetstap luid en hol.
Voorzichtig ging ik naar de poort. Hoe houdt een mens dat alles vol?
Het spook was ook op tijd en wachtte mij al op. Een sleutel knarste in het slot.
"Gelukkig", dacht ik. "Bij spoken vang je immers zelden bot".
De scharnieren knarsten, een windvlaag woei die tierde en gierde,
Even was het of de duivel heksensabbat vierde.
Een holle galm deed mij schrikken, terwijl stinkende zwavelwalm langs slierde.
Eerst klonk er schril gegil, dan plots een schorre lach,
Rillingen kreeg ik en kippenvel. Nou, dacht ik, was het maar overdag.
Dat was me even schrikken, maar het rumoer werd snel gesust,
In een oogwenk werd het kasteel weer een oase van rust.
Kennelijk had het spook mij al gespot en op dit nachtelijk uur verwacht.
Klokke twaalf was ik verschenen, keurig punctueel.
Een kasteel, daarbij past immers enig ceremonieel.
De spookverschijning was, leek mij, een aardige adellijke dame.
Voor zo'n fraaie behuizing een passende reclame.
Ze was wazig en ijl, ja bijna transparant
En droeg een mooie japon van witte Chantilly kant.
"Is het waar", vroeg ik, "dat hier ergens een verborgen schat ligt?"
Volg mij, wenkte ze. Vanzelf zwaaiden deuren piepend open.
Ik zweefde upstairs, hoefde nauwelijks te lopen.
Pluis of niet pluis. Ik dacht: was ik maar in mijn bedje thuis.
Toen schoof ineens, hoog in een torenkamer, een geheime wand opzij.
Dat was nog nooit vertoond. 't Gebeurde speciaal voor mij.
Het deksel van een fraai bewerkte geldkist klapte plotsklaps open.
Tot de rand met goud gevuld! Heel Well kon je er wel voor kopen.

Maar pas op!
Spoken, heksen en demonen zullen jullie blijven kwellen,
Als je dit rendez-vous aan iemand verder gaat vertellen.

Nijmegen, 2012 - Gerard Bartelink