Zoek

Mobilisatie 1914 - 1918

De vredige rust aan beide zijden van de grens werd opeens in 1914 wreed verstoord door de Eerste Wereldoorlog. De eerste grote moderne oorlog met alle verschrikkingen van dien. Omdat Nederland neutraal was, bleven in ieder geval de gruwelijkheden ervan aan de Wellenaren bespaard. De regering had op 01-08-1914 een algemene mobilisatie afgekondigd, de troepen van de grensbewaking waren 30-07-1914 al opgeroepen.Voor Well betekende de nabijheid van de grens de aanwezigheid van veel militairen. Vier jaren hebben de mannen van de Landweer, de Landstorm en de vrijwillige Burgerwacht zich moeten opofferen voor het behoud van de Nederlandse neutraliteit. 

De grens met Duitsland bood veel mogelijkheden tot illegale handel. In die periode werd er vaak op grote schaal gesmokkeld (zie de krantenberichten hieronder) en dat bracht een spannende sfeer met zich mee, want het was gevaarlijk werk. Ook voor de plaatselijke veldwachter. Hier en daar werd grof geld verdiend, dat door buitensporige feestpartijen en drank ook weer even snel werd uitgegeven. Het was niet voor niets dat in de mobilisatietijd het in Well wemelde van de huzaren en andere soldaten, met name voor bewaking langs de grens. 

Smokkelen in een grensplaats tijdens WO I was een normaal verschijnsel. Het prijsverschil tussen Duitsland en Nederland was groot. Bovendien was er in Duitsland gebrek aan allerlei producten zoals boter, meel, rundvee en vooral paarden.. Het smokkelen was verleidelijk en bracht veel geld op. Maar het was ook gevaarlijk. Regelmatig kwamen smokkelaars in het gevang. Er werd geschoten en smokkelaars raakten gewond of vonden de dood.

Inkwartiering aan de Hoenderstraat E 17, de pastorie. In het midden pastoor Hubert Gudden, met links achter hem A. Brox, sinds 1887 zijn huishoudster en rechts Truujke van Bommel, de andere hulp in de huishouding.


 

In Well gelegerde militairen op de foto voor zaal Klabbers in de Grotestraat.


 

Grensbewakers aan de Wellse grens in het Wells Meer.


 

Duitse en Nederlandse grensbewakers bij de Wellsche Hut in 1914. (Foto: collectie Jan van der Putten)


 

Nederlandse grensbewakers bij de Wellsche Hut in 1914. 5e persoon van links is Vincent Pijls uit Venray. (Foto: collectie Jan van der Putten)


 

Mobilisatie 1914 Well, nu adres Grotestraat 36. 

"Ons kwartier" is de tekst die deze militairen opschreven voor de woning van- en met de familie Braem. De twee meisjes Braem rechts op de foto richten de loop van hun geweren dreigend richting fotograaf.


 

Nieuwe Venlosche courant 06-02-1915.


 

De Volksstem 21-04-1915.


 

Leeuwarder Courant 06-08-1915.


 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de leden van de grenswacht gemobiliseerd. Veel grenswachters waren ingekwartierd bij de bewoners van Well. Zij kwamen regelmatig bij elkaar, zoals hier bij muziekzaal Klabbers in de Grotestraat, in het jaar 1916. Een groep poseert met (links) moeder Klabbers, die het ook goed kon vinden met deze jongens, die zij vaak een glas bier in moest schenken. Zij werd dan ook door de soldaten steeds "ons Moet" (verkorting van moeder) genoemd.


 

Op de achtergrond loopt een militair door de dorpsstraat aan de Maas tijdens de mobilisatie. Rechts café 'de Roskam' van Willem en Sien Vrede-Stevens. Links de oude St. Vituskerk en kapelanie. Op straat spelen Jo *1908 - Mien *1908 en Frans *1912, de 3 oudste kinderen van meester Arts.


 

Uit de krant van 09-03-1916.


 

De Tijd  21-06-1916.


Wat was de Landstorm?

maart 1913: nieuwe wet creëert de Landstorm.

Met het oog op de nieuwe oorlogsdreiging in Europa wenst de minister van Oorlog, H. Colijn, het leger verder te versterken. De Landstorm wordt samengesteld uit vrijwilligers tot 40 jaar en alle ex-leden van de Landweer  en van de militie. Hij is bedoeld als reserve in oorlogstijd. In totaal kan Nederland nu in tijd van oorlog beschikken over 123.000 miliciens, 84.000 leden van de Landweer en 160.000 leden van de Landstorm, bij elkaar 367.000 man.

De Bijzondere Vrijwillige Landstorm werd opgericht op 04-08-1914 en was lokaal georganiseerd in compagnieën. In de loop van 1915 werden deze afzonderlijke compagnieën samengevoegd tot regionale korpsen. Dat gebeurde als eerste in Limburg, o.a. Venlo waar Well bijhoorde en deel uitmaakte van het Bijzondere Vrijwillige Landstormkorps Limburgse Jagers.

Het korps Limburgse Jagers hield veel schietdagen en schietwedstrijden. Hier wonnen de Wellse leden geregeld prijzen. Ook werden er z.g. Landdagen gehouden waar demonstraties van het kunnen van de Landmacht werden getoond. Meer info op de Landstorm website

6 Wellsche Landstormers verbannen naar Harderwijk 15-8-1917. 

Deze 6 Wellse vrijwilligers waren ver van hun Limburgse dorpje gedetacheerd in garnizoen stad Harderwijk.

Ze kregen maar af en toe vrij en voelden zich dan ook letterlijk "verbannen",

Drie van de Wellse soldaten uit de mobilisatie 1914-1918 zijn bekend. v.l.n.r. nr.1 onbekend - nr. 2 is Piet Sijberts uit de Grotestraat, nr 3 Sjang Jacobs uit de Hoenderstraat - nr 4 onbekend - nr 5 is waarschijnlijk Sjang Martens (Thieskes Sjang) uit het Knikkerdorp en nr 6 is Drikus Martens, broer van Sjang. De Vrijwillige Landstorm was belast met de bewaking van de Landsgrenzen en het in goede banen leiden van de vluchtelingen stroom, ook het bewaken en bemannen van deze vluchtelingenkampen was aan de Vrijwillige Landstorm toegewezen. Drikus Martens uit het Knikkerdorp vertelde zijn kinderen dat hij met enkele mannen te voet naar de Belgische grens in Brabant moest lopen vanuit Harderwijk. Ze kregen een hond met hondskar mee om de wapens te vervoeren.

Verder waren deze Wellenaren ook in 1917 bij de Landstorm ingedeeld: 

Hendriks  Arnoldus - Knikkerdorp.

Hendrix Johannes - Knikkerdorp.

Klabbers Gerardus Hermanus - Leuken.

Valckx Martinus  - (Fak) Halve Maan

 Mocht u uw opa of vader herkennen op bovenstaande foto, laat het dan weten.


 

Drikus Martens verstuurde twee kaarten naar zijn ouders in het Knikkerdorp.


 

Kaart van Drikus Martens aan zijn ouders in het Knikkerdorp.


 

Kaart van Drikus Martens aan zijn ouders in het Knikkerdorp.


 

Detail van een artikel uit Nieuwsblad van het Noorden 12-03-1917 over gebeurtenissen aan de grens die met smokkelen te maken hebben.


 

De mannen van de grenswacht bewaken hier het verkeer op de Rijksweg, hier werden na 1914 wachtposten uitgezet.

Hier op de Rijksweg werd een slagboom aangebracht om het doorgaande verkeer te controleren. Ook werd er een wachthuisje van stro neergezet voor enige beschutting tijdens de lange wachttijden. Ook de pas aangelegde tramrails zijn duidelijk te zien. De foto is genomen nabij Wellerlooi - richting Well.


 

Mobilisatiefoto van de Wellse fotograaf Jozef Drissen.


 

De Wellse jeugd wilde maar al te graag met de soldaten op de foto. Hier in de Grotestraat bij het huis van de familie Vos, waar ook soldaten ingekwartierd waren. Op de voorgrond rechts staat Frans Coppers, de latere kapper / winkelier en koster van Well.


 

Voor zover bekend zijn dit ingekwartierde soldaten bij zaal Klabbers aan de Kasteellaan.


 

Nogmaals een groep soldaten bij zaal Klabbers. Rechts op de foto staat de Marechaussee kazerne, die in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog door granaatvuur geveld werd.


 

Dit verzoek kregen we binnen. Kunt u helpen en vertellen welke boerderij of gebouw dit is, hier in Well? Mail ons dan via het contactformulier.

Geachte dames en heren, Ik ben op zoek naar de locatie waar deze foto gemaakt is, het is tijdens de Eerste Wereldoorlog (ca. 1916) toen was mijn schoonvader  Giel van Zeijl de huzaar van het 3e regiment gelegerd langs de grens aan de Maas in Well. De andere personen zijn Bert en zijn vader Leen van Zeijl. Het hoofdkwartier was in Veghel. Is u iets bekend over die tijd en waar de huzaren ingekwartierd werden?


De na-oorlogse jaren.

In de na-oorlogse jaren 1918-1924, konden door de inflatie van de Duitse Mark de inwoners van Well in Goch en Weeze voor enkele guldens zoveel bier en drank krijgen, dat ze het hele café konden tracteren. Er werd over de grens dan ook flink kermis gevierd in die tijd. Verhalen werden verteld over die merkwaardige periode toen een Nederlandse cent wel 100 Duitse mark waard was.

Na die woelige periode kwam de bittere crisis van de jaren 1928 - 1938. Ook Well heeft deze armzalige jaren meegemaakt. Er was weinig te verdienen en de werkeloosheid was groot. Uit die tijd dateren ook de z.g. "landarbeiderswoningen", die voor de luttele prijs van ƒ1700,- gebouwd konden worden met Rijkssteun, want zelf konden de mensen dat bedrag niet bijeenbrengen.

Bedenk dat het voor de inwoners van Well een slechte tijd was, veel zorgen en armoe, zuinig leven en hout sprokkelen om de kachel te laten branden. Door zelf een varken vet te mesten werd in de vleesbehoefte voorzien. De huisslachter had het druk. Op veel plaatsen zag men dan ook, buiten tegen de muur, een open gesneden varken op de ladder hangen, druipen en af te koelen. Bij de Wellse boeren werd in de wintermaanden wel drie tot vier keer een varken geslacht.