Zoek

Tweede Wereldoorlog in Well

Op 10 mei 1940 trokken de Duitsers rond half 4 uur 's nachts in Well over de grens. 
De Weezerweg was door de Nederlanders gebarricadeerd met boomstammen en grote dwarssleuven voor de oprukkende Duitse troepen.
De grote sleuven werden snel door de Duitsers grotendeels gedicht. De wegversperringen stelden niets voor.

Dit was het begin van vijf jaar grote ellende in ons dorp. Well is een van de vele zwaar beproefde dorpen in Noord-Limburg.

Kasteel Well kreeg vanaf 1941 een bezetting van Duitse militairen. Na de oorlog kwamen er Engelse militairen voor in de plaats. Dit heeft het kasteel bepaald geen goed gedaan. Het kasteel heeft door al deze vreemde bewoners zeer grote schade opgelopen.

Uit de krant van 12-07-1941.


De Wellenaren zagen hoe de Duitsers op de pont honderden koeien, zelfs varkens in een Rode Kruis wagen en ander vee de Maas overzetten op transport naar Duitsland. Ook ca. 800 Nederlandse mannen, jong en oud, die te voet als dwangarbeider gedeporteerd werden naar Duitsland zag men oversteken. Wellse meisjes werden in het dorp tewerkgesteld, tot sokken stoppen voor de Duitse militairen toe. Duitse soldaten werden bij je thuis ingekwartierd. Iedere dag, meestal 's nachts werd er vanalles gestolen. Niets dan narigheid.

De geallieerde strijdkrachten zijn in september-oktober 1944 doorgedrongen tot de westzijde van de Maas in Wanssum, waar men deze rivier als een zekere natuurlijke begrenzing van het bevrijde gebied gebruikte. Vanaf die tijd lag Well in de vuurlinie. De Duitsers hadden uitkijkposten in de kerk en in de molen. Zodoende werd ons dorp bestookt door geallieerde bommen. Onze huisarts dokter van Bracht moest dagelijks op pad om gewonden te verzorgen of de dood te constateren. Vaak met gevaar voor eigen leven. 

Well in de frontlinie. Op 15 oktober 1944 werd deze foto door de Britten gemaakt.


Het jaar 1944 eindigde voor Well in een grote chaos. Maandenlang hebben de mensen in 1944 wegens de bijna dagelijkse granaten in kelders moeten leven. Vier weken lang hebben ze moeten pompen en vechten om het water van de Maas uit de kelders te houden. Door de abnormale vele regen was de rivier sterk gestegen, bovendien werkten de stuwen allemaal niet meer. Pompen gebeurde vaak trappend op een fiets die de motor aandreef. Ieder uur losten de mannen zich af, ook in de nacht. Daarbij kwam eind november 1944 het bevel van Duitsers om onmiddellijk te evacueren. Op de Kasteellaan moest men door het hoge water waden zieken en bejaarden moest men dragen. Toen de inwoners al het verdriet en al de emoties van het afscheid hadden doorstaan en de meesten al aan de grens bij de Wellsche Hut waren, kwam 's morgens plotseling de mededeling dat het slechts een proef-evacuatie geweest was. Ze mochten weer naar huis toe gaan, want het ging goed. Intussen was het water van de Maas weer in de kelders gekomen en had alles doorweekt. Geen droog matras meer. Alles wat eetbaar was, hebben de Duitsers ondertussen in en om de huizen gestolen, ook varkens en kippen. Op eigen gezag hadden ze de bevolking, jong en oud, ziek en gebrekkig, weggedreven om te kunnen plunderen. 

Daarop volgde de echte evacuatie op zondag 7 januari 1945 voor de bewoners van de Halve Maan en de Kamp. De dorpskern en de rest van Well moest op 12 januari vertrekken. Huis aan huis werden ze op de hoogte gesteld. "Alles raus", was het bevel van de Grüne Polizei. Daags tevoren of dezelfde dag hadden de Wellenaren de aanzegging gehad. De mensen zaten in zak en as. Er werd hardop gebeden en gehuild. Te voet moesten circa 2400 mannen, vrouwen en kinderen door de sneeuw naar Weeze. Men nam zoveel mogelijk mee als kon, maximaal 20 Kg was toegestaan. Het werd een helse tocht, met bar januari-weer en nog altijd gevaar van granaten. Daarbij wist niemand echt wat de eindbestemming zou zijn. De mensen lieten huis en haard achter. Ze gingen het onzekere tegemoet. Niet wetende of- en hoe ze het terug zouden krijgen. Na bijna 90 dagen onophoudelijk aan de frontlinie te hebben gewoond en vrijwel iedere dag te zijn beschoten verlaten ze hun Well.

De avond hiervoor zijn elf Wellenaren met burgemeester Douven in het diepste geheim over de Maas gevlucht. Meteen aan de overkant werden zij opgevangen door de Britten. De Britten waren verrast dat er in deze fase van de oorlog toch nog zoveel burgers in Well aanwezig waren.​ De burgemeester vroeg hen geen granaten te gooien op 12 januari vanwege het evacueren. 
Ontzaglijk veel is er aan de huizen verwoest door bommen- granaten en geweerbeschieting. Maar heel veel werd er ook door Duitse en de geallieerde soldaten vernield en gestolen. De mogelijkheid tot plundering lag immers open en er werd gretig gebruik van gemaakt. Zelfs na de bevrijding van 3 maart 1945, want de bevolking keerde pas in mei-juni terug naar hun spookdorp. Het waren en werden ook na 1945 jaren van kommer en kwel.

Na alle verwoestingen zou de aanblik van Well nooit meer hetzelfde zijn. 


 

Een film van Stichting de Oude Schoenendoos uit Vierlingsbeek werd uitgebracht door Peel en Maas TV Venray. Van 3:55 minuut tot 6:12 minuut zijn er opnamens van Well te zien.