Zoek

H.M. Koningin Wilhelmina bezoekt Well

Op 10 oktober 1946 bezocht H. M. Koningin Wilhelmina ons dorp. Het was een onderhoud van een ruim een uur met de pastoor, de burgemeester, dokter Gerard Smals en zijn echtgenote, mevrouw en dokter Versélewel de Witt Hamer - Broeckx uit Afferden en mej. Dien Buijsen.

Hare Majesteit zei steun toe bij het verkrijgen van beddelakens om hier de 'scabiës' onder de knie te krijgen. Daarna was er een begroeting door de nieuwe ruiterclub en ze heeft een kwartier lang de noodkerk en sacristie bekeken. Koningin Wilhelmina vond de noodkerk 'erg devoot'. 

Uit de krant van 11-10-1946


 

Nadat Hare Masjesteit was uitgestapt kreeg ze een groot boeket met witte anjers aangeboden. Toos Verblackt en Gerrit Klabbers (7 jaar) van de eerste klas mochten het aanbieden. Toosje was echter nergens te bekennen en toen moest Gerritje het alleen doen. Links met hoed is juf Elly Schreurs. Links van de koningin staat burgemeester Thei Douven en rechts de gouverneur van Limburg: Willem van Sonsbeeck. Op de achtergrond Wellenaren die destijds op het kasteel woonden. Onder hen de familie Hannes Laarakker-Janssen, het gezin van Harry en Wies Roncken- Brueren (hoofdmeester van de Landbouwschool) en ook het gezinnetje van Grada Klabbers en haar man Karel Thissen. (rechts met Marij op de arm)

Veel Wellenaren hadden in WOII in het verzet gezeten, o.a. Elly Schreurs en burgemeester Douven. De witte anjer in het boeket voor Wilhelmina was geen toeval. Een witte anjer was oorspronkelijk het symbool van verzet. Dit gebruik stamt uit de eerste oorlogsmaand van bezet Nederland. Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld had al sinds zijn studententijd de gewoonte zich met een witte anjer te tooien. Op 29 juni 1940, de verjaardag van prins Bernhard, droegen veel Nederlanders daarom demonstratief een witte anjer. Standbeelden van leden van het Koninklijk Huis werden onder bloemen bedolven. In Amsterdam werden bloemen gelegd bij het Emma-monument. Bij het gesloten paleis Soestdijk werden bloemen aan de hekken aangebracht. Uit waardering voor dit initiatief van het Nederlandse volk bleef prins Bernhard, ook na de oorlog, een witte anjer in het knoopsgat van zijn burgerkostuum dragen.


 

 De opperwachtmeester van de Wellse Marechaussee, pastoor Reiné, Hare Majesteit en burgemeester Douven verlaten de hoofdburcht. 


 

De Landelijke Ruitervereniging Well genaamd "Bayard" was in hetzelfde jaar 1946 op 24 juli opgericht. De Bayardruiters stonden opgesteld op de binnenplaats.  Op de foto zijn Toon Lenssen en Louis Koppes te herkennen. De koningin aait het paard van Jacob Heijnen uit het Knikkerdorp.


 

Wilhelmina verlaat de noodkerk waar ze werd rondgeleid door o.a. pastoor Reiné. Links staan de jongens opgesteld met vooraan de eerste klas van juffrouw Elly Schreurs. De leden van de welpen en verkenners hebben hun patrouillevlag bij zich. Rechts staat onze toenmalige burgemeester Douven, die met zijn vrouw ook op het kasteel onderdak hadden gevonden nadat hun woning aan de Kasteellaan kapotgeschoten was.


 

Rechts van de kerkingang stonden de meisjes opgesteld. Dina Vullings-Vink vertelde de koningin hoe zij en twee van haar kinderen gewond raakten tijdens een bombardement op 12-10-1944.

Op die dag waren Dina en de kinderen buiten toen de goederenwagons van de tram gebombardeerd werden. De tram liep niet meer, maar enkele wagons stonden in de remise voor huize Vullings. De Engelsen vonden dat blijkbaar verdacht, vandaar de beschieting. Dina lag zwaargewond op de grond met o.a. bomscherven in een van haar knieën. De kinderen werden snel naar de kelder van de naast gelegen kazerne gebracht, waar bleek dat Bernadet hevig bloedde. Zij had een scherf in de hartstreek zitten. Antoine had veel kleine scherfjes opgelopen die later zorgvuldig door wijkzuster Johanna zijn verwijderd.  Bernadet en Dina werden naar het ziekenhuis in Venlo overgebracht, waar ze geopereerd werden. Nadat Bernadet weer opgeknapt was kon ze echter niet meer naar Well en moest noodgedwongen op een matras onder moeders bed slapen en zich in het ziekenhuis ammuseren. Toen Heerlen al bevrijd was heeft haar familie die daar woonden er voor gezorgd dat Dina in het plaatselijke ziekenhuis terecht kwam. Hier heeft men haar opnieuw moeten opereren. Nadat haar eigen gezin al weer terug was van de evacuatie uit Groningen kwam zij pas thuis in Well. Dina zelf hield blijvend letsel  over.


 

De dag na het bezoek verscheen dit artikel in de krant.


 

 


 

De Volkskrant 25-11-1946.