Zoek

De Wellse veerpont


De basis waardoor Well is ontstaan, is de Maas met de oversteekplaats. 

Detail van een kadasterkaart van Well tussen 1811-1832.

Deze bocht zorgt er voor dat de Maas hier niet van zuid naar noord stroomt, maar van oost naar west. Daarbij komt nog de wind, die bijna altijd vanuit Wanssum (uit het westen) waait en zo was het in de tijd van de Germanen al gemakkelijk om met een bootje de Maas over te steken.


Veren in de Heerlijckheid Well.

Gezien de bijzondere ligging van Well, direct aan de Maas op een hoog punt en aan een knooppunt van wegen hadden de Romeinen al in Well een Maasovergang en belangrijke aanlegplaats voor de doorgaande route Colonia Ulpia Trajana (Keulen, Xanten) waardoor ons dorp op de nodige bescherming kon rekenen. Ook zij maakten gebruik van de bocht in de meanderende Maas.

Aan de Maasovergang heeft Well zijn ontstaan te danken.

Eeuwenlang is de Maas ook van grote betekenis geweest als voedselbron en handelsweg. Well was in de Romeinse tijd de Maashaven voor Trajana (Xanten). Steeds heeft Well zijn Romeinse Maasovergang gehouden, eerst met boten en later een veerpont, tot in 1954 de vaste oeververbinding in de vorm van een Baileybrug kwam.

In de Heerlijckheid Well kon men in vroegere tijden op zes plaatsen de Maas per veer oversteken. Er waren drie grote veren, die ook paarden met wagens konden overzetten, namelijk: het veer van Well, de Wanssumse Staay tegenover het Elsteren, en de Beekerstaay (Vierlingsbeek) tegenover Bergen. En dan waren er nog drie kleine of voetveren, alleen bestemd voor het oversteken van mensen en dieren: het veer te Aijen, het veer dat Maashees met de Kamp in Well verbond en het Blitterswijckse veer, dat overvoer naar Wellerlooi. Een Staay, staai, stade of veerstat was in de oude tijd alleen op de westelijke Maasoever. Staaij betekent de plaats, waar de schepen halt houden, een stede vinden om hun inhoud te lossen. In de oude Duitse talen wordt er een grondstuk, een plaats mee aangeduid.

Vanaf de Romeinse tijd stond aan de overkant van de Maas, op de z.g. "Romeinse driehoek" slechts één huis, dicht bij het veer: De Kaoi. Deze driehoek was tot het jaar 1798 tiendplichtig aan de kasteelheer van Well. Kaoi, in het Nederlands kaai (volgens van Dale) betekent walkant langs een vaarwater of haven, waar schepen kunnen aanleggen of lossen.
Het Wellse veer werd in het jaar 1401 uitdrukkelijk vermeld bij de goederen van de Heerlijckheid Well en de Heren van het Wellse kasteel hebben hun veerrecht altijd met ijver verdedigd, totdat de Fransen in 1798 een eind maakten aan de 'Heerlijcke rechten'.

Wanssum.

Detail van een bericht van 1921: Wanssum ligt tegenover Well, het is een dorp, dat in tweeën gedeeld is door een brede laagte, het oude bed van een vroegere stroom, waarvan nog als laatste rest de Grote Molenbeek over is. Die stroom was een vroegere Maasarm bij een doorbraak gevormd. Hij kwam van Oijen langs de Gun door de Meerlose moerassen al kronkelend door het Wanssumer broek weer naar het brede Maasdal toe. In het Wanssumer Broek heeft hij lelijk huis gehouden en er het zand neergestort, dat men liever ergens anders zag. Wanssum betekent Wadens-heim of vestiging aan de Wade, de plek waar men over den stroom kon. De beek in het Broek, zoals we zegden, de rest van de ouden stroom, loopt al kronkelend nog driftig naar de Maas. Zij drijft de watermolen, die om zijn schilderachtige ligging heel dikwijls door de schilders opgenomen wordt in een kleurrijk beeld. Wij zouden nog kunnen zeggen, dat het dorp bekend is, om zijn mooie rozen, die er gekweekt worden, om zijn bier, dat er gebrouwen wordt en de prachtige jachtschoenen die er gemaakt worden, maar laten het aan de bezoeker over dat zelf maar eens te gaan inspecteren. Wanneer wij hier ook niet van de Staaij, de bekende groote hoeve van familie Hanx aan de Maas gelegen spraken, zou de beschrijving niet volledig zijn. Zij ligt aan de Maas. Staaij betekent de plaats, waar de schepen halt houden, een stede vinden om hun inhoud te lossen. In de oude Duitsche talen wordt er een grondstuk, een plaats mee aangeduid. Zo vindt men ook een Staaij tegenover Well en in Vierlingsbeek tegenover Bergen. 

Bij het veerhuis van Wanssum lag een klein wachthuisje op palen. Dit lag iets zuidelijk van de latere Kooy veerstoep.

Reizigers vanuit de richting Venray-Wanssum werden hier overgezet. Well is aan de overzijde zichtbaar met de St. Vituskerk. Het Wellse veer legde later aan bij de Kooy, in de volksmond de Kaoj - Koy. Vanaf de Kooy liep een weg naar een zeer oud knooppunt van wegen uit de Romeinse tijd, midden in het onbewoonde heidegebied van het "schiereiland" tussen Maas en Molenbeek. De herinnering aan het Wanssums veerhuis wordt bewaard in een straat die loopt van de Stayerhofweg richting de Maas. Laden en lossen deed men eerst bij de Staaij in de monding van de Grote Molenbeek tegenover 't Elsteren, later bij de Kooy tegenover de kom van Well


 

04-11-1847.


 

Venloosch Weekblad 11-08-1866.


 

Venloosch Weekblad 03-11-1883.


 

Venloosch Weekblad 15-12-1883.


 

Venloosche Courant 07-09-1889.


 

Venloosche courant 18-11-1899


 

Well, gezien vanaf de Wanssumse Kooy in 1897.


Vanaf 1641 gingen de bedevaartgangers via de pont en de Kevelaersedijk naar het naburige Mariaoord Kevelaer.
Er deden zich ook gereld conflicten voor. Daar zorgde de status van de veerrechten voor. Mensen die van richting Venray kwamen mochten niet met het Blitterswijckse veer. Toch werden hier geregeld mensen overgezet, totdat de rentmeester van kasteel Well hier in 1760 een eind aan maakte. De kasteelheer liet in Wellerlooi de veerman Willem van Kessel arresteren. De Wellse veerman Johannes Kessels was er bij.  Zes passagiers en de veerman werden naar het kasteel gebracht, waar het overzet bootje in de kasteelgracht gelegd werd. De heer van Well eiste schadevergoeding en van Kessel moest zes gulden boete betalen.  De Fransen maakten in 1798 een eind aan de "Heerlijcke rechten". Sindsdien was het Wellse veer domeingoed: achtereenvolgens van de Franse, de Nederlandse, de Belgische (1830-1839) en vervolgens weer van de Nederlandse staat. Het groot onderhoud van het Wellse rijks veer kwam voor rekening van de Domeinen, maar de pachter was verantwoordelijk voor het in goede staat houden van zijn pont.

Well met de langgerekte veerstoep beklinkerd met kinderkopjes.


 

Gierpont.

De gierpont is een rivierpont en is een uitvinding van de Nijmegenaar Hendrik Heulk, die de gierpont voor het eerst in 1657 op de Waal testte. Ook tussen Well en Wanssum heeft lang een gierpont gevaren. De pont is met een kabel bevestigd aan een punt in het midden van de rivier op de bodem. Door het schip schuin te draaien, zal de boot door de stroming de overkant bereiken. Tegenwoordig hebben alle gierponten een dieselmotor ter ondersteuning om sneller aan de overkant te komen. De lengte van de kabel is o.a. afhankelijk van de breedte van de rivier. Omdat het ankerpunt en de pont enige afstand van elkaar zijn wordt de verbindingskabel met een of meerdere kleine bootjes ter grootte van een roeiboot, boven water gehouden. Deze bootjes waren ook voor het overige scheepsverkeer een teken dat een gierpont gebruikt werd en tevens dat men de pont diende te passeren aan de andere kant van de bootjes.


 

Een detail van de rivierenkaart uit 1849, met onderaan de vermelding van het pontveer te Well.

Op het huidige adres Grotestraat 13 stond het oudst bekende Veerhuis van Well. Voor het eerst vermeld in 1771. Dit huis was tot in 1905 eigendom van de kasteelheer, die vanaf 1401 tot 1798 ook het veerrecht bezat. Daarna ging het veerrecht over aan het Rijk. Het huidige monument is gebouwd in het jaar 1900 door de kasteelheer.


Uit de krant van 21-06-1889.

Bij Koninklijk besluit is, als blijk van Zijner Majesteits goedkeuring en tevredenheid, is de bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift, ingesteld bij Koninklijk besluit van 22 September 1855, toegekend aan Franciscus H. Kessels, schipper te Well, gem. Bergen (Limburg), wegens het met levensgevaar redden van een knaap die, spelende op de veerpont over de Maas, aldaar te water was geraakt, op 29 Augustus 1888.

Ca. 1900. Veerman Frans Kessels met een dame uit Den Haag.

Franciscus Hubertus Kessels schipper *Well 19-09-1846 †Eijgelshoven 08-11-1910 was een zoon van Arnoldus Kessels voerman-schipper *Well 05-06-1805 †Well  04-04-1880 Gehuwd in Bergen op 07-04-1834 met Cornelia van Issum *Well 20-04-1802 †Well 14-11-1869. Een broer van hem was veerman Herman, Kessels Maan genoemd. Hij stierf op 11-12-1905 en werd 70 jaar. De familie Kessels was generaties lang schipper / veerman in Well. Ze woonden op het huidige adres Grotestraat 19. Het karpad naar de Maas naast hun huis werd in die tijd het 'Kessels strötje' genoemd.


 

Venloosch Nieuwsblad 03-05-1899.


 

Venloosche courant 17-05-1899.


 

In het prachtige Limburgse rivierenlandschap ligt het dorpje Well met zijn ranke kerktoren. Deze opname is uit 1910 en op de pont staat een van de eerste auto's uit die tijd. De dames dragen knipmutsen.


 

Februari 1911. Well was in feest bij de installatie van pastoor Gudden.

Links de bel voor de passanten, die overgezet moesten worden naar de Wanssumse kant.  In 1911 was het pand links een postkantoor, bewoond door kantoorhouder Janssen en zijn gezin.

Rechts het pand van de familie Vos. In de voordeur staat dochter Jana Derks-Vos die 3 maanden eerder op 10-10-1910 getrouwd was met Toon Derks. Hiervoor had de familie O. Ex het pand gehuurd en hadden er een Café - Logement, zoals boven de voordeur staat.

Daarnaast ligt het huisje van Toon Koenen, kapper en dorpsomroeper bij b.v. openbare verkopingen. Het grenst aan het oude (veer)huis café "het Anker" van veerman Arnoldis Drissen.

Meer dan 40 jaar was de familie Drissen huurder van het  Rijksveer in Well, dat in die tijd een van de drukste  Maas overgangen van Limburg was. Eerst dus vader Arnoldis en van 1939 tot 1954 was zoon Martin Drissen (geb. in 1918) belast met het beheer van dit Rijksveer.

Nieuwe Venlosche courant 15-03-1913.


 

Met de auto op de veerpont over de Maas in 1913.


 

1924. 'Veer bij Well' door August Deusser.

De Kooy van Wanssum op de achtergrond. De Duitse Professor Friedrich August Deusser (1870-1942) woonde vanaf 1917 met zijn gezin op kasteel Arcen en was kunstschilder. Op de fiets ging hij naar plaatsen in de buurt en schilderde ter plekke.


In 1840 verkeerden de meeste Noord-Limburgse ponten, waaronder de Wellse, in slechte staat: hoofdingenieur Conrad schreef "alle ponten behooren te worden hersteld, want dit is zeer noodzakelijk om ongelukken te voorkomen".
 
In 1841 wenste de pachter van het veer te Well ontslagen te worden van de verantwoordelijkheid voor eventuele schade toen zijn pont in het ijs vast zat. De hoofdingenieur van Rijkswaterstaat, Conrad, schreef hierover dat de pont meer gevaar liep dan de eveneens in het ijs vastzittende schepen "want alle inwoners zullen zoo als dat gemeenlijk het geval is zich behulpzamer tonen voor het redden van particuliere schepen, dan voor iets wat den lande toebehoort".  De pont bleek uiteindelijk geen schade te hebben opgelopen. Volgens de burgemeester van Well kwam dat met name doordat de pont op zijn bevel "met de meest mogelijke bezorgdheid uit het ijs was gehouwen", waarbij ook de veldwachter "een waakzaam oog" hield. Na 1841 werd ook voor Well een nieuwe pont gebouwd van 4 m. lang en 1 m. breed.

Zondag 19 oktober 1924 bij het veer. Deze foto maakte Piet Kessels, die destijds op de hoek Kasteellaan / Hoenderstraat woonde en familie was van de Kessels veerman generatie.

De veerman stond in ons dorp in hoog aanzien, het was een zwaar maar belangrijk beroep. In de pachtovereenkomst stond o.a. dat de veerlieden moesten beschikken over "een goed, zedig gedrag en beleefd dienden te zijn jegens het publiek".  Ze moesten tenminste 21 jaar oud zijn en over de vereiste kennis van de scheepvaart beschikken. Bij normale weersomstandigheden dienden er twee veerlieden de pont te bedienen, bij hoog water vier. Hogere militairen, ambtenaren en boden in dienst van het gouvernement moesten gratis worden overgezet. De veerman mocht maximaal een kwartier wachten wanneer er onvoldoende passagiers voor een overtocht waren. Vrijgestelde personen moesten echter direct worden overgezet.

Het veer vormde een schakel voor handelsverbindingen met de regio Venray, de Peel en het achterland. Ook de posterijen maakten gebruik van de pont, evenals militaire transporten.


 

Zondag 19 oktober 1924. Foto Piet Kessels.


 

Uit de krant van 20-10-1925.


 

Uit de krant van 29-08-1927


 

1930. Veerman Arnold Drissen met zoon Martin, die het veer later van zijn vader overnam.


 

De Wellsche veerstoep in 1933.


 

Weekblad het Zuiden wijdde in 1933 een hele pagina aan Well. Een detail hiervan is deze foto van het veer.

Ook hier is duidelijk te zien hoeveel smaller de Maas was voor de kanalisatie van de Maas. Er werden toen bochten uit de Maas gehaald en ook werden stuwen aangebracht en het peil steeg aanzienlijk. Dit alles om de scheepvaart te bevorderen.


 

De bel voor het veer aan de Wanssumse kant. Het oude veerhuis hier werd van oudsher "de Kooy" genoemd. Dit is een oude benaming voor kade.


 

Aankomst op 31 maart 1937, met veerman Arnold Drissen.


 

Nieuwe Venlosche courant 15-07-1937


 

Eind jaren dertig verlaat een vrachtwagen de pont.

De familie Arnold Drissen was in 1934 de straat overgestoken en gaven het pand eerst de naam "Groot Veer" en nadat dochter Nellie de zaak overnam heette het “Veerhuis”.  Zoals op de gevel aangegeven staat:  een Café Biljart en telefoon nummer 4. Rechts paard en melkkar van Màntje Klabbers.


 

De pont met Well op de achtergrond vanaf Wanssumse zijde.


 

1941. Veerman Arnold Drissen met links zijn zoon Martin en verder dochters Finy - Mies - Nelly en kleinzoon Hansje van Sas. Op de achtergrond de veerstoep, de kapelanie en de St. Vituskerk.

Moeder Drissen was inmiddels in 1939 gestorven. Martin had in dat jaar het veer overgenomen van zijn vader.


In de Duitse bezettingstijd gaat het Wells jeugdelftal in 1942 naar Wanssum om een voetbalwedstrijd te spelen. Twee jaar later werd de pont gebombardeerd.

Boven: v.l.n.r. Sraar Sijberts, Hub Holla, Hub Lenssen (Chris zn.) Jan Kessels, Frans Koppes, Herman Kersten, Piet en Grad Hendrix (de Klomp) – Piet Martens en Hub Reiniers.
Onder: Hub Lenssen (Jacob zn.) Wiel Daniels, Hay Smits, Hans van Sas, Herman Lenssen, Sef Klabbers, Toon Velden, Mich Simons, Pierre Kessels, Hay Simons, Gerrit Lenssen, Piet Valentijn en Frans Reiniers. In het midden zit Wim Simons die de voetbal mocht dragen. Het was maar een balletje, er was geen andere in de oorlogstijd!


Beschieting pontveer in WOII

Op 23 september 1944 was het veer in Bergen kapotgebombardeerd. Dit hield in dat alle transport in Well over de Maas moest. Het Wellse veer was vanaf toen de enige brede levensader voor de Duitsers met de overkant. Er werd volop gebruik van gemaakt voor het materieel- en troepentransport. Dit gebeurde vooral 's nachts. Ook kwam er geregeld weggehaald vee over het veer richting Duitsland en Nederlandse mannen die naar Duitsland moesten voor dwangarbeid. De veerman Martin Drissen zag dit met lede ogen aan.

Op 12 oktober was het zover. Het was voor Well de ergste dag tot nu toe. Eerst vlogen er drie geallieerde vliegtuigen laag over de veerpont. Bij de volgende vlucht met de jabo's werd er gebombardeerd. Enkele bommen ontploften in de Maas zodat het water over de huizen in de Grotestraat spatte. Maar het was een enorme misser. De veerpont werd nauwelijks geraakt, maar het dorp wel. Enkele bommen kwamen neer bij de kapelanie, terwijl ook enkele raketbommen in de Grotestraat en in de Schoolstraat neerkwamen. De woning van de fam. Arts werd half weggevaagd. de kapelanie werd zwaar geraakt aan de achterkant. De weduwe van Gellecom-Verkoijen was op bezoek bij Vos. Ze wilde zich naar huis spoeden. Men vond haar zwaar gewond bij Vos onder de pannenschop. Je kon ze bijna niet meer kennen van de stof. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis van Venlo. Ook verschillende Wellenaren raakten die dag gewond, sommigen ernstig.  Een Duitse soldaat werd bij het huis van brouwer Koppers zwaar gewond, beide benen werden door bomscherven verbrijzeld. Voor de deur bij van Bracht lag een dode Duitse soldaat die de wacht voor het veer had. Bij de buren, fam. van Sas nog een, in het geheel vier Duitse doden. 

's Anderendaags de tweede aanval en elke dag weer opnieuw. De huizen werden steeds geraakt, men leefde in grote angst, practisch alleen nog in de kelders.

Op 15 oktober was het een heldere dag. Hoog boven Well vliegt een Brits verkenningsvliegtuig dat foto's maakt. De veerpont lag er nog steeds. De Duitsers zien in dat het niet langer verantwoord is om de pont zo dicht in de dorpskern te hebben liggen. Ze besluiten om de pont een stuk zuidwaarts te verslepen, richting kapelletje. In de tussentijd was het bij burgemeester Douven bekend geworden, dat er weer een groot veetransport vanuit Sevenum zou gaan plaats hebben. Via de smid Krebbers werd contact gezocht met van Soest uit Aijen die een "Ausweis" had weten te versieren als ambtenaar voor de voedselvoorziening om zich vrij in het frontgebied te bewegen en die dus ook aan de andere kant van de Maas mocht komen. Hij kreeg een dringende boodschap mee voor de baron de Weichs de Wenne van het kasteel Geijsteren. Het verzoek was gericht aan de geallieerden en hield in dat de veerpont op 20 oktober versleept zou worden en nu toch ècht kapot gebombardeerd moest worden.

Tot grote opluchting van de Wellenaren in de dorpskern is ze die dag vertrokken. Een schipper werd gedwongen ze op te slepen tot de bocht achter de Mariakapel. Bij de kapel werd ze  door jabo's aangevallen en eindelijk dan eens geraakt. Het brandde erg, maar het was de motor en de olie. Hierbij liet een Duitse soldaat het leven. Met de pont vertrokken ook de Feldwebels die zich drie weken lang bij dr. van Bracht hadden ingekwartierd. Ze sliepen er later zelfs met de Wellenaren in de kelder, boven was het geen doen meer vanwege de granaten. De gehavende pont is later nog richting Aijen versleept. 


 

1946. Ongeveer twee jaar voordat deze foto werd gemaakt bombardeerden de geallieerden de kerk. Hierin zaten de Duitsers, die de toren gebruikten als uitkijkpost .


 

Hoeve 'de Kooy' in Wanssum met de veerbel en veerstoep. Uitzicht op Well richting 't Elsteren.


 

De pont met scheepvaart rond 1950.


 

Dagblad voor Noord-Limburg 24-01-1951


 

Ansichtkaart uit 1952. Het aanzicht van Well was helaas veranderd door oorlogsgeweld. De gebombardeerde St. Vituskerk zou niet lang hierna met de grond gelijk worden gemaakt. Links het inmiddels wit opgeschilderde Hotel 't Veerhuis, dat ook nu nog een horeca bestemming heeft.


 

1954, toen de Baileybrug werd gebouwd en het veer bijna uit de vaart werd genomen.


 

Met de vlag halfstok voer Martin Drissen voor het laatst de Maas over. 

Op 3 september 1954, de dag van de opening van de Koninginnebrug ( Baileybrug) moest veerman Martin Drissen met weemoed terugdenken aan de vervlogen jaren op de Maas te Well. Het overvaren was voorgoed afgelopen.

Bij hitte en kou, bij storm en regen. Bij 't verrukkelijkste lenteweer had hij bekende en onbekende gezichten heen en weer gevaren, jaar in jaar uit. En bij hoog water, als het veer uit de vaart moest worden genomen, had hij ploeterend met een roeiboot het allernoodzakelijkste verkeer in stand weten te houden.

Wanneer aandrijvende ijsschotsen erop wezen, dat de Maas weldra zou dichtvriezen, werd de veerpont losgemaakt en naar de veilige monding van de Molenbeek gesleept, om niet gekraakt te worden door het ijs. En wanneer de Maas was dichtgevroren hadden Martin en zijn vader gezorgd voor een aspad over het ijs, zodat de oeververbinding niet verbroken werd. Zo was het gegaan in Martins tijd, zo was het vele eeuwen gegaan.
 

Later zou het veer nog incidenteel in dienst genomen worden, bijv. als er herstelwerkzaamheden aan de brug moesten worden uitgevoerd. Zo ook in 1971. De scholieren die naar school gingen in Venray gingen dan dagelijks met de fiets de pont op en de Maas over. Jacqueline Baltussen-Lamers (Den Bosch) herinnert zich dat wanneer het erg koud was ze in het hutje bij Martin Drissen, haar vroegere buurman in de Vitusstraat, mochten zitten. Lekker warm, maar het stonk er ontzettend naar de olie!


 

Krantenfoto van Martin Drissen en echtgenote Andrea Schrauwers


 

De bekende Nederlander Hendrik van Bloem (schilder - tekenaar - etser) maakte midden jaren '50 dit schilderij van de Kooy in Wanssum, vanaf de veerstoep in Well gezien.


 

In november 1976, toen de Baileybrug al vanaf 23 augustus gesloten werd voor vrachtverkeer, kwam er tijdelijk weer een pont varen tussen het Wellse Veerhuis en de Kooy in Wanssum. Dit was het 'Looveer 2' uit Huissen, dat vier jaar lang 250 vrachtwagens per dag heeft overgezet die zwaarder waren dan 3,5 ton.

De schippers van het veer sliepen in de werkboot. Van 07.00 tot 19.00 uur was het veer in de vaart. 's Morgens vòòr 07.00 uur stond er al een lange rij vrachtwagens in de Grotestraat te wachten om overgezet te worden.


 

Vanwege de ligging van de veerstoepen aan de Maas werd elke twee jaar door militairen een oefening gehouden waarbij door de genie een pontonbrug over de Maas werd gelegd. Dit gebeurde zowel vóór de oorlog en tijdens de mobilisatie als ná de oorlog. In 1959 was de oefening Panta Rei.  Een grote NAVO legeroefening 'Atlantic Lion' was er nog in september 1983. Er trokken hier in Well vanaf 19 september 40.000 manschappen de Maas over. Er was uiteraard veel bekijks aan de oude veerstoepen. Bekijk ook DEZE FOTO en DEZE FOTO , beide gemaakt in de Grotestraat Well 


 

Schilderij van de Kooy in de winter uit 1988, van Vic Timmermans.

Destijds woonde de familie Tax in dit pand. De historische naam van de voormalige boerderij is jammer genoeg later veranderd in Restaurant Maashoeve, de er naast gelegen camping heet nog steeds de Kooy.

Gradus en Marie Tax- Metsemakers runden hier een café-boerderij. Het bier kwam van Herman Koppers - brouwerij het Hert uit Well. In WOII is het pand door de Duitsers opgeblazen. In 1951 werd de nieuwe café boerderij gebouwd door zoon Ab en zijn vrouw Dien Rambags. Ze begonnen ook met de camping.


 

Het voormalige café het Veerhuis, nu restaurant Brienen aan de Maas, wordt nog steeds opgesierd door een aantal glas in lood ramen, waaronder dit van de pont en de oude veerstoep.


 

De oude veerstoep in 1997....

De aanlegplaats van het veer bestaat nog steeds en ligt onder water. Van tijd tot tijd, als Rijkswaterstaat onderhoud pleegt aan de Maas en hiervoor de stuwen strijkt, loopt de rivier letterlijk leeg en zo was ook in 1997 de oude veerstoep van kinderkopjes weer voor enkele weken  zichtbaar. Vanaf de oude kerkheuvel is het maar enkele meters lopen. Ook werd duidelijk hoe het pijl vòòr de kanalisatie in de dertiger jaren was geweest. Voorheen kon men in warme zomers nagenoeg te voet de Maas oversteken.... Zie ook deze pagina

Zo ligt er onder dat spannend spiegelende wateroppervlak dat ook zo onstuimig tekeer kan gaan en soms heel ons dorp kan isoleren een verhaal verscholen dat vertelt over ons rijke verleden waarin de Maasovergang in het oude dorpscentrum zo’n belangrijke rol speelde: d’n alde vèèrstoep.