Zoek

De naam Walaren - Weel - Welle - Well

In hun boek "De  Limburgsche Gemeentewapens " uit 1899 proberen Eversen en Meulleners de naam Walaren te verklaren. 

Zij zijn van mening dat met Walaren in de vroege Middeleeuwen (de periode die loopt van de 5e eeuw tot het einde van de 10e eeuw) Well bedoeld werd.

De naam Walaren is te vinden in een schenkingsoorkonde van Albericus, de pago Mosao, uit het einde van de achtste eeuw. Albericus schenkt goederen aan de St. Bonifatiusabdij te Fulda.

juxta flumen Mose in villa nomine Blericqa ......... et in alia villa Walare

Of hier echter Well bedoeld wordt is niet zeker. Daarvoor is ook de afstand Blerick-Well wel erg groot. Bij ontleding van het Latijnse walare naar wil-e-re zou je kunnen denken aan de twee Wielders (Lottum, Blerick) en een Wieler (Swalmen). Ook het Romaanse "villari" (boerderij) is een optie.

Met de oude naam Walli werd Well in de Bommelerwaard bedoeld, vroeger gemeente Ammerzoden.

Bron: Kroniek der Heerlykheid Well van Geschiedschrijver en oud burgemeester van Bergen Gerard Peters.

Het latere Wellerlooi was een buurtschap van Well.

In zijn boek 'Well en Wee' blz.57 schrijft pastoor Theo Driessen: In oorkonden van Xanten vonden wij Wellerlooi al vermeld in het jaar 1163 onder de naam Wellero. Daar lag toen een halve hoeve, waarvan de opbrengst gebruikt werd voor het houden van een jaarlijkse plechtige gedachtenisviering in de dom van Xanten voor Gravin Ida van Kleef. De gravin was een dochter van Godfried van Lotharingen en de moeder van graaf Dirk van Kleef. Al in de vijftiende eeuw had Wellerlooi een eigen kapel. 

Het is echter geen sluitend bewijs dat hiermee ook werkelijk Wellerlooi bedoeld wordt. In een akte uit 1518 is sprake van "den hoff die lapschuijr geheeten inder heerlijckheijt van Wel in Welreloe gelegen". 

De beschrijving uit het jaar 1163 over Wellero is ook te vinden op bovenstaande detail uit het boek  'Die memorien des Stiftes Xanten'.


 

Oude oorkonde uit 1251 die de rechten van de Heerlijkheid Well vermeld. In deze oorkonde is er sprake van een onverdeelde boedel van goederen en rechten.

Later zou er een verdeling plaatsgevonden hebben waarbij eenderde van de rechten over het gebied Well aan het geslacht Van Meerlaer is toebedeeld en tweederde aan de voogden Van Straelen.

In deze oorkonde werd ons dorp vernoemd als 'parrochia welle'Mechtildis, weduwe van Geijsteren en haar zoon Ludolphus, advocaat te Straelen schonken aan het klooster Bethlehem te Doetinchem een grondrente van 30 Keulse denarieën ten laste van hun goederen te Elster gelegen in de parochie Welle  (zie regel 4: bonorum nostrorum. elster nuncupactorum. in parrochia Welle iacentum) met het recht van losse en voorzorgen voor het bewaren van hun eigendomsrecht op deze goederen.

In de Middeleeuwen (ca. 500 -1500) had dit dorp aan de Maas nog steeds de naam Welle, wat aanlegplaats - oever - kade langs een rivier betekent. De Latijnse naam voor zulk een aanlegplaats of oever heet litus. Bij Well lag aan weerskanten van de Maas een los- en laadkade: een aanlegplaats. Het begrip "dubbele aanlegplaats" kan men in het Latijn het best weergeven met bi-litus. En dat kon wel eens de in de Romeinse tijd de naam van het tegenwoordige Well zijn geweest. Hoe het dorp in die tijd heette is niet duidelijk. In ieder geval is het dorp ouder dan de naam. 


Well, zoals Jan de Beijer (1703-1780) het in ca. 1738 zag en tekende, vanaf de Wanssumse kant aan de Maas.


 

Deze fotokaart werd gemaakt door de Wellse fotograaf Joseph Drissen en is afgestempeld in 1898.