Zoek

Pastoor Theo Driessen

Theodorus Wilhelmus Johannes Driessen *Steyl 27-11-1911 †Venlo 16-01-1976.

Zoon van Hendrik Frans Joseph Handrie Driessen *Tegelen 04-08-1878 †Tegelen 22-07-1955. Gehuwd te Tegelen op 05-10-1903 met Maria Catharina Peeters *Baarlo 20-06-1881 †Tegelen 27-09-1954.

Theo was de enige broer met acht zussen. Zijn broertje was al op twee jarige leeftijd gestorven.

Het ouderlijk huis lag op de hoek Kerkstraat / in de Beelen te Tegelen. De ouders waren eigenaar van Hotel-Café-Restaurant Handrie Driessen, in de vooroorlogse jaren beter bekend als "de Pröskes", Deze bijnaam is ontstaan in de Bongerdstraat, waar Handrie Driessen eerder van 1922 tot 1929 een café dreef. Hier was namelijk een zitje ingericht met rieten leunstoelen, in dialect: "pröskes". Theo Driessen had zodoende als bijnaam Theike van de Pröskes.

Theo Driessen werd op 02-04-1938 door Mgr. Lemmens in Roermond tot priester gewijd. Hij was kapelaan in Leunen van 1938-1940 en tot 1945 in Ottersum. Hij werd daarna in juli 1945 bouwpastoor van het totaal verwoeste Middelaar. Op 04-09-1961 kreeg hij zijn benoeming als pastoor in Well na het plotseling overlijden van zijn voorganger Reiné. In 1972 ging pastoor Theo Driessen met emiraat. Hij leed toen aan suikerziekte en was blind.

Al jong was Theo Driessen in historie geïnteresseerd. Hij was vanaf 1948 bestuurslid van het Limburgs Geschied en Oudheidkundig Genootschap (L.G.O.G.) en werd in 1970 erelid. Tal van historische publikaties en boeken heeft hij op zijn naam staan.

Zo was hij auteur van o.a.: Geschiedenis van Tegelen (1952), Geschiedenis van de St. Urbanusparochie te Belfeld (1971), Gedenkboek 1862-1962. Historische aantekeningen b.g.v. het 100-jarig bestaan van het Dekenaat Gennep,  50 Middeleeuwse Parochiekerken in Limburg (Midden- en Noord-Limburg), 1000 jaar Gennep (samen geschreven met M. van den Brand)


 

 

Kerkstraat in Tegelen met links op de hoek Hotel Driessen.


 

Op 17-04-1938 droeg Theike zijn eerste H. Mis op in de St. Martinus kerk van Tegelen. Hier wordt hij omringd door o.a. zijn ouders en zussen met aanhang.


 

In september 1938 benoemde de Roermondse bisschop Lemmens hem tot kapelaan in Leunen. Vervolgens werd Theo Driessen in augustus 1940 kapelaan in Ottersum. In juli 1945 werd hij benoemd tot pastoor in Middelaar.


 

Bevolkingsregister gemeente Venray 1939. Kapelaan Driessen, zijn zus Johanna en Agnes woonden op het adres K6a te Leunen.


 

Limburgs Dagblad 12-10-1946


 

Limburgs Dagblad 11-05-1948.


 

Bouwpatoor Driessen bij de H.H. Lambertus en Brigida kerk in Middelaar.

Pastoor Driessen was, toen hij nog kapelaan te Leunen was, zeer onder de indruk geraakt van de nieuwe kerk te Oostrum, een creatie van architect J. Coumans. Daarom wilde hij Coumans ook inschakelen voor de nieuwbouw van de kerk in Middelaar. "Want mijn innigste en vurigste wensch is een Limburgsche dorpskerk, traditioneel met de moderne voordeelen van alles op het altaar zien etc.", schreef Driessen eind november aan bisschoppelijk inspecteur Honée, aan wie hij mededeelde dat hij Coumans het bestek wilde laten maken.

29-12-1948 Dagblad voor Noord-Limburg. Middelaar heeft een schone Kerstmis achter de rug; de Nachtmis werd opgedragen in de nieuw gebouwde kerk. Dit is het eerste definitieve kerkgebouw, dat in Limburg na de bevrijding gebouwd is. Er is nog geen toren, maar die zal in de loop van het volgend jaar verrijzen. Voor Pastoor Driessen, die naar Middelaar kwam toen deze plaats door de oorlogshandelingen in diepe ellende en armoede was gedompeld, was het in gebruik nemen van de nieuwe kerk een bekroning van zijn jarenlange arbeid om de mensen van dit dorp geestelijk en stoffelijk uit de put te helpen. De nieuwe kerk is eenvoudig en stemmig. Er zijn 300 zitplaatsen, zodat alle parochianen er een plaatsje vinden. Fraai doen het in dit Godshuis de drie glas-in-loodramen van de Gebr. Flos uit Tegelen. Een kostbaar bezit is ook de Calvarië-groep, uitgevoerd door de beeldhouwer P. Killaers uit Tegelen. In de Kerstnacht werd in een eenvoudige processie het Allerheiligste overgebracht van de noodkerk naar het nieuwe Godshuis, waar alle parochianen O. L. Heer een welkom toezongen.


 

Pastoor Theo Driessen (1911-1976) wordt Rozenkranszondag 1 oktober 1961 door de Wellse gemeenschap gehuldigd ter ere van zijn plechtige installatie tot pastoor van Well. 

Aan de rand van de bebouwde kom op de Kasteellaan bij Vink werd de nieuwe pastoor welkom geheten door de bevolking en B&W. Destijds Burgemeester van Kempen en de wethouders Weijs en Geenen.

Het bruidje is dochtertje Gerry van politieagent Peeters van de Hoenderstraat en het jongetje dat de Herdersstaf mocht aanbieden is Theo Drissen uit de Grotestraat.

Het was grappig toen de pastoor het antwoord kreeg op zijn vraag aan het jongetje; "En hoe hiette geej dan menneke?" Theo Driesse menieër pastoeër!


 

Onder begeleiding van de harmonie en diverse verenigingen trok de stoet naar de St. Vituskerk. 


 

De nieuwe pastoor en zijn gevolg zijn aangekomen op het kerkplein.


 

Achter pastoor Driessen zijn familie en helemaal achteraan in de deuropening van de pastorie is kapelaan Schreurs nog net zichtbaar.

De meisjes van de volleybalclub vormen een erehaag. Aan de rechterkant van rechts af gezien: Annemie Klabbers, Zus Hagens, Fien Coppers en Gerda Klabbers.

De meisjes aan de andere kant, van links: Sophie Lenssen, Joke Krebbers, Marian Kwanten en Joke Janssen. Achter deze dames een gedeelte van het bestuur van de harmonie. Van links: Toon Kersten, Joep van Bommel en Toon Jenneskens. Verder vaandeldrager Sraar Klabbers. 


 

Pastoor Driessen en zijn familie hielden receptie in de pastorie. Hier wordt hij gefeliciteerd door Jac Koenen van zaal café Walaria. Zij kenden elkaar nog uit de tijd dat Theo Driessen kapelaan was in Leunen.


 

December 1961


 

Op 24-06-1962 legt pastoor Driessen symbolisch de eerste steen bij de nieuwbouw van de St. Vitusschool in de Hoenderstraat.


 

Gildepriester pastoor Theo Driessen doet in 1962 een gooi naar het koningschap en lost een schot. Voorzitter Dries Cornelissen van het St. Antoniusgilde kijkt lachend toe.


 

In 1963 werd het Gilde St. Antonius in nieuwe uniformen gestoken. Op advies van pastoor Driessen niet langer meer in "witte schutterij" kleding,  maar meer met historisch karakter in traditionele"Middeleeuwse" stijl.


 

Eind 1964 werd het St. Nicolaasbeeldje ingezegend. Het was door de fam. Rich Klabbers in de Nicolaasstraat in de nis van hun woning geplaatst. Pastoor Driessen had hier om verzocht omdat er in deze straat een Nicolaaskapel heeft gestaan die in WO II werd verwoest. 


 

Pastoor Driessen in augustus 1965.


 

Op een Ceciliafeest in zaal Vink met meester Pierre Volleberg, die destijds dirigent was van het Gregoriaans kerkkoor.


 

 


 

Limburgs Dagblad 03-11-1970

Blinde pastoor erelid Genootschap - Studie geschiedenis met hulp van anderen.

WELL, 3 nov. — Ik zal nooit zeggen: dat heb ik nou gedaan. Ik spreek altijd in het meervoud, omdat talrijke vrienden mij bij deze studie helpen. Sinds twee jaar ben ik helemaal blind, en alleen dankzij de hulp van anderen kan het werk gewoon doorgaan". Pastoor Tei Driessen (59) van het Noord Limburgse Well schuift daarmee alle lof die hem voor zijn geschiedkundige onderzoeken en publicaties wordt toegezwaaid, op anderen af. Niettemin zal hij komende donderdagavond in Venray worden benoemd tot erelid van het Limburgs Geschied en Oudheidkundig Genootschap, na twintig jaar bestuurslid hiervan te zijn geweest.

Minstens vier avonden per week heeft hij vrienden in de grote vol antiquiteiten staande Wellse pastorie. Zij lezen hem voor uit studieboeken, discussiëren samen over allerlei onderwerpen en horen de pastoor met zijn dictafoon werken. „De grootste vriend van de geschiedkundige is de fotokopie", constateert de pastoor. „Vroeger moest ik vaak naar het sociaalhistorisch centrum in Maastricht, tegenwoordig schrijf je even een briefje en je krijgt de kopieën thuisgestuurd. De geschiedenis van de voormalige heerlijkheid Heijen bestuderen we nu al vier jaar. Het meeste materiaal hierover ligt in Munster. Met fotokopieën wordt het ons heel makkelijk gemaakt". Pastoor Driessen besteedt al zijn vrije tijd aan zijn hobby. Onder leiding van prof. dr. Wiebe ‘Jappe’ Alberts verschijnt volgend jaar een boek over Gennep bij gelegenheid van het feit. dat de stadsbrieven van dit Niersstadje in 1371 werden hernieuwd. Tei Driessen neemt honderd van de driehonderd pagina's voor zijn rekening. Het boek verschijnt in de Maaslandse monografieën.Verder is de pastoor bezig met de samenstelling van een klein geschrift over Belfeld, waar de parochie in 1971 precies 400 jaar bestaat. Tenslotte staat ook een studie over het kasteel van Well op stapel.

Simpel

De oorzaak van zijn grote interesse in alles wat met de Noord Limburgse geschiedenis te maken heeft is volgens Driessen erg simpel: „Als ik ergens ben wil ik de mensen leren kennen. Maar voordat het zover is moet ik eerst hun geschiedenis onder de knie hebben. Op mijn pastorie wordt vaak een aanval gedaan. Komt er weer iemand met een onderwerp aandragen, dan zeg ik: Oké. maar ik moet wel iemand hebben die kijkt en een die schrijft". Tot de bekendste publicaties van de blinde pastoor behoort „de geschiedenis van Tegelen" (1952), een boekwerk waarvan vooral de hoofdstukken over de industrieën ook nu nog veelvuldig worden geraadpleegd. Exactheid is het parool van de schrijver. „Ik schrijf geen regel, of ik zet erbij waar ik de gegevens heb gevonden. leder woord is gewogen".


 

Dagblad voor Noord Limburg 08-01-1972


 

Over ons dorp schreef hij het boek 'WELL EN WEE van een kasteeldorp in Noord Limburg', dat vier jaar na zijn dood verscheen in een bewerking van Hen Camps.


 

De weduwe Marie Lamers-Kerkhoff was tot aan haar pensionering 15 jaar lang de huishoudster van pastoor Driessen. Eerst in Middelaar en daarna in Well.


 

(Lid van kerkbestuur) Piet op het Veldt - Jules Nabben (priester, woonde op het kasteel) en de blinde emeritus pastoor Theo Driessen op 07-01-1976, enkele weken voordat Driessen vrij plotseling stierf.


 

 


 

De pastoor lag in de kerk opgebaard waar de parochianen en verder iedereen afscheid van hem kon nemen. Zoals gebruikelijk kon men de familie persoonlijk condoleren. Het Gilde St. Antonius waakte bij de kist.

 De begrafenis vond plaats met Gildeneer. Een priesterneef celebreerde de H. Mis voor zijn oom Theo.