Zoek

Pastoor Reiné

Mathieu Jean Antoine Reiné. * Venlo 22-09-1900 † Well 05-08-1961. 

Zoon van  Frederik Antoon Hubert (Frits) Reiné  *Venlo 14-12-1865 †03-06-1948 (Klerk) gehuwd op 08-11-1898 met Elisabeth Margaretha (Els) Teunissen *Venlo 20-04-1872 † 25-05-1935.

Geïnstalleerd als pastoor in de St. Vitusparochie op 18-04-1943. Vanwege de oorlog kon de installatie niet gevierd worden. De plechtigheden en receptie waren door de Duitsers verboden.


Op woensdag 6 september 1944 om 16.00 uur werd de pastorie in beslag genomen. De pastoor mocht alleen de keuken houden en twee slaapkamers. De rest werd ingericht voor de staf, zijn huis was een kantoorgebouw geworden voor de moffen. Vanaf dat ogenblik is pastoor Reiné niet meer vrij geweest van de mensen, er waren achtereenvolgens: Wehrmacht, Grüne Polizei, de S.A., de S.S., Falschirmjäger en Stoottroepen. En later nog de Engelsen. Het is niet te beschrijven wat de pastoor doormaakte. Burgemeester Douven moest onderduiken en de moffen maakten van de pastoor een soort burgemeester. Ze zijn voor alle mogelijke zaken bij hem geweest o.a. om lijsten van mannen, jongens, vrouwen en meisjes. De parochielijsten had de pastoor bijtijds in laten metselen in de kelder van Thei Derks. Verder moesten ze hebben: fietsen, badkuipen, schrijfmachines, kaarsen, lucifers, landkaarten etc. etc. De bezetters waren verdraaid lastig maar de pastoor hield zich van de domme en het stemde hem tot vreugde dat ze totaal niets van hem gehad hebben. 

Oktober 1944. v.l.n.r. Pater Herman Jungblut (rector van het zustersklooster en tijdelijke kapelaan van Well) - echtpaar Hommen - kapelaan Lebens met de pastoor-huishoudster Catharine van Heel - pastoor Reiné.

Vooraan: Hilde Vrede - Truus van Heel met Elsje Reiné, een nichtje van pastoor (zij waren op bezoek en konden niet meer weg) en Marie, de huishoudster van de kapelaan. Er waren nog meer mensen aanwezig.


De foto is gemaakt in de schuilkelder en "kerkelijk hoofdkwartier" van de pastorie waar H. Missen werden gelezen. De kerk was op 6 oktober zodanig beschadigd dat ze niet meer gebruikt kon worden. In de kelder van Toon Vink aan het Moleneind werden Missen gelezen door kapelaan Lebens, die elke morgen vergezeld werd door Gerard Kemper. De kelders waren ingericht als kerk met complete benodigdheden.

18 oktober 1944 kreeg de pastorie een voltreffer. Een Engelse granaat sloeg door de tuinkamer, de eetkamer en de spreekkamer. Op Alleheilligen kwamen 200 parochianen in de kelder en op Allerzielen ook. Op Allerzielenavond namen de moffen de kelder in beslag. "Innerhalb einer Stunde alles raus". Waarheen? Dat kon hun niets schelen. Van alle kanten kwam hulp opdagen en de "kerk"werd liefderijk opgenomen in de kelder van dr. van Bracht. Vanuit de pastoriekelder werden door de staf de Duitse kanonnen, die in het Knikkerdorp stonden opgesteld, gecommandeerd.

Pas op tweede Kerstdag kon de pastoor terug naar de pastoriekelder. Hij kon de eerste nacht de slaap in het bed niet vatten, want hij had 12 weken in een rookstoel geslapen en was niet meer gewend om te liggen. 

Daarna begon de lijdensweg van de evacuatie.

 1945. Pastoor Reiné in zijn kapotgeschoten pastorie.


 

Pastoor Reiné schrijft: Na 4 maanden ben ik in Well teruggekeerd. Er waren toen 500 parochianen terug. Het is ondoenlijk een idee te geven van de puin en ruïnes en schade waarin we terechtkwamen. Er was niet één huis in de hele parochie, dat er ongeschonden van af is gekomen. De kerk onherstelbaar verwoest door granaatvuur van de Engelsen, de kapelanie totaal weggeschoten, het kerkhuis een ruïne. De pastorie voor de helft in elkaar geschoten. Ik had op pastorie en tuin zo ruim 100 voltreffers gehad. Mijn huis was totaal leeggehaald door de Duitsers en later door de Engelsen. Persoonlijke bezittingen had ik zowat niet meer, zelfs geen kookpot of koffiekop. Met de moed der vertwijfeling zijn we toen begonnen met opruimen en zorgen voor voorlopig herstel. "Nog eens, dit beschrijven is onmogelijk, men moet dit meegemaakt hebben om er een idee van te hebben".


 

De tuin van de pastorie. Op de achtergrond brouwerij Koppers in de Grotestraat.


 

De pastorie.

De St. Vituskerk werd op zondag 26 november 1944 door 38 granaattreffers onherstelbaar beschadigd. Pastoor Reiné heeft in 1945 met zijn (nieuwe) pony en kar de brokstukken van o.a. het prachtige altaar, een gedeelte van de preekstoel en heiligenbeelden naar zijn huis gehaald en ze daar tot 1957 bewaard. 


 

10-10-1946. Bezoek van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina op kasteel Well.


 

Pastoor Reiné en zijn broer Wiel zijn geïnteresseerd in het paard op de Meerschenhof bij Jozef Laarakker (rechts). Het Gelderse type paard  met de naam Juno was kampioen van Limburg.

Wiel Reiné was redacteur bij de Limburger en stond in die tijd bekend om zijn rubriek 'de Peultjes". Verder had onze pastoor nog een broer Sjang, die was werkzaam als Mill Hill missionaris in Oeganda.


 

Dagblad voor Noord-Limburg 06-10-1948. Pastoor Reiné liet in 1948 een kapelanie annex parochiehuis bouwen. 


 

Dagblad voor Noord Limburg 21-03-1950


 

Prentje voor de parochianen.


 

25-03-1950. Bruidje Leny Vink uit 't Wolfsven loopt over de kasteelbrug nadat de Feestmis van de jubilerende pastoor uit was.


 

Een stoet van plaatselijke verenigingen met de Ruiterclub voorop, begeleidde de jubilaris van pastorie naar kerk en vice versa. Na de plechtige Hoogmis, waaronder kapelaan Rutten de feestpredikatie hield, feliciteerde burgemeester Doeven namens ere-comité en parochianen de feesteling, terwijl kapelaan Rutten een cadeau aanbood in de vorm van een bijdrage voor de nieuwe kerk. In zijn dankwoord herinnerde Pastoor Reiné er nog aan, dat ’t a.s. Dinsdag precies zeven jaar geleden was, dat hij benoemd werd tot pastoor van Well. Hij dankte zijn parochianen voor de vele gebeden en H. Communies voor hem opgedragen en sprak een speciaal dankwoord tot kapelaan Rutten, die de parochie gaat verlaten. 


 

In de jaren'50 werden er bij Engel Hendriks aan de Rijksweg / Knikkerdorp prijzen uitgezocht voor de St. Vituskermis. v.l.n.r. Sjang Göbbels - pastoor Reiné - Engel Hendriks en meester Frans Vullings.

De St. Vituskermis werd op de binnenplaats van het kasteel gehouden en de opbrengst was bedoeld voor de bouw van de nieuwe kerk in de Hoenderstraat.


 

 De pastoor was een dierenliefhebber. In zijn tuin stonden veel hokken, hij hield o.a reeën en kippen. Ook had hij een paard.


 

Mia Gregoire, de huishoudster van pastoor Reiné met het paard dat geregeld ingespannen werd voor een sjees. Daarmee toerde de pastoor door ons dorp en bezocht zijn parochianen.

Mia trouwde later met Geerlings in Venlo. Truus Hendrix uit het Knikkerdorp heeft nog enkele jaren in de huishouding gewerkt.


 

Februari 1956. Genietend van een borreltje en een sigaar zitten hier v.l.n.r. Pastoor Reiné - Sjang Göbbels - Gerard Smals - Frans Vullings en Kapelaan Albertus Lebens.


 

Op 26-12-1956 was de eerste steenlegging. In de toren van de nieuwe kerk werd de steen ingemetseld.

Misdienaars waren Pierre van den Hoef - Theo Hebben en Kees Aarts

Zie ook de pagina St. Vituskerk in de Hoenderstraat.


 

In de noodkerk, gevestigd in de Tiendschuur van het kasteel, zegent Pastoor Reiné in 1957 het huwelijk in van Piet Mercus en Bets Krebbers.


 

Palmzondag 30 - 03 - 1958. Pastoor Reiné draagt de monstrans met het H. Sacrament van de noodkerk naar de nieuwe kerk in de Hoenderstraat.


 

 16-08-1958 met het Sint Rochusfeest bij de familie Daemen  op de Kamp. v.l.n.r. Onbekende priester - kerkmeester Sjang Göbbels - kapelaan Lebens en pastoor Reiné.


 

16-08-1958 op de Kamp.


 

 Dinsdag 08-08-1961 Na een plechtige uitvaartmis werd  de begrafenis stoet met pastoor Reiné tot aan de Rijksweg uitgeleide gedaan door de Wellse bevolking. De schoolkinderen waren ook allemaal aanwezig.