Zoek

Sint Vituskerk aan de Maas

Roomsche blijdschap.


(tekst en muziek: Dr. L.J. Sicking)

Roomschen dat zijn wij met ziel en harte,
Roomschen dat zijn wij met woord en met daad.
Roomschen, wat onspoed of leed ons tartte,
Roomschen tot eenmaal het stervensuur slaat.
Roomschen in huis, Roomsch ook daarbuiten
Schamen we ons nimmer d’ eervolle keus;
Lafheid noch vrees zal de lippen ons sluiten;
Roomschen, dat zijn wij, dat is onze leus.

Fierheid en blijdschap doorglanst ons leven,
Wij zijn van adel en Christlijken stam.
Moesten we in strijd of in lijden sneven,
Niemand die ons ooit die blijdschap ontnam.
Fierheid in ‘t oog, blijheid van binnen,
Voeren wij krijg met vereenigd geweld,
Fier in het strijden en blijde bij ‘t winnen;
Jezus de zege van oudsher voorspeld!

Anderen met ons ook de vreugd geschonken
In Jezus’ name der aard toegezeid,
Moge ook de vijand in liefde ontvonken,
Word’ hij een vriend in den heiligen strijd.
‘Jezus de vreugd, blijdschap der volken’,
‘t Ruische steeds breeder ‘t wereldruim door.
Eens ga uw kruis, als ‘t verschijnt op de wolken,
Ons Roomsche strijders in vreugdjubel voor!


 

Gezicht op "Well aen de Maese" in 1739. Een van de 2 oudste dorpsgezichten van Well die we kennen. Deze tekening is van de hand van de beroemde topografisch tekenaar Jan de Beijer, *24-09-1703  †15-02-1780. Eerder tekende Jan de Beijer de Wellse kerk met omgeving in 1737.


De hoogte aan de Maas bij het veer, waar tot 1945 de Wellse parochiekerk lag, biedt een mooi uitzicht over de Maas en wijde omgeving. Toen op 2 januari 1926 alle huizen in de kom van Well en ook het kasteel onder water stonden, klom de Maas niet hoger dan tot bijna de bovenste trede van de kerktoegang. De kerkvloer zelf bleef droog. 

Kerk voor de Heerlijckheid Well

De kerk van Well viel toen onder de aartsbisschop van Keulen, die hem vermoedelijk schonk aan de St. Vitus-abdij te Mönchengladbach. Later gaven de abten het patronaatsrecht (voordrachtsrecht van de pastoor) over de kerk van Well in leen aan de Heren van Well, hetgeen in een akte van 13 juli 1321 vermeld wordt en waarin de naam St. Vituskerk voor het eerst genoemd wordt.

De kerk die op 21-07-1615 geconsacreerd was, werd gebouwd in laat gotische stijl en bestond uit een langwerpig schip en evenwichtig koor zonder zijbeuken. Op het dak stond een kleine klokkentoren. (zie bovenstaande foto) De vorige kerk was in de 80 jarige oorlog verwoest en de ruïne stond er nog. Met de bouw van de gevel werd in 1607 getart. Nadat deze kerk te klein werd is ze, op het koor na, afgebroken.

In 1841 werd begonnen met de bouw van een nieuwe kerk. Op 10-06-1844 werd deze ingewijd door Mgr.Johannes Augustinus Paredis (Apostolisch vicaris van de provincie Limburg). Op 09-06-1844 was de bisschop feestelijk ontvangen op hoeve de Grote Waaij. Hij werd onder een troonhemel plechtig de bebouwde kom van Well binnengeleid.

De oude parochie Well heeft in de loop der eeuwen deel uitgemaakt van een hele reeks bisdommen: Keulen, Roermond, Aken, Luik, Roermond. En van diverse dekenaten: Geldern, Goch, Horst, Venray en sinds 1862 Gennep.

De parochie Well had in de middeleeuwen dezelfde grenzen als de Heerlijkheid Well en was buitengewoon uitgestrekt. Men had wel vier uur te voet nodig om van de Rode Beek bij Arcen tot aan de Maas bij  de Heukelomse kapel te lopen. De Maas vormde de Westgrens, de Oostgrens lag achter de Wellse Hut en de Meersenhof, ongeveer 6 km. van de Wellse kerk. Precies midden in dit 18 km. lange gebied lag de kerk. Alle mensen in dit gebied kwamen in die tijd naar de Wellse kerk. In 1250 kreeg Bergen een eigen kerkgebouw, maar de bewoners van (destijds gehucht) Wellerlooi, de Hamert, de Kanaalmond en de Rode Beek hebben tot 1894 tot de parochie Well behoord.

Zilverbeslag op het Plantijnmissaal uit 1773 van de St. Vitusparochie Well. Op de plaquette staat St. Vitus afgebeeld als een jongen met krullend haar, staand op een leeuw, met in de rechterhand een palmtak en in de linkerhand een kerk met een grote en een kleine toren.


 

Venloosch Weekblad 08-03-1865.


 

Uit het Venloosch Weekblad van 24-04-1869


 

In 1869 werd de kerk uitgebreid met een hoge toren. Die werd gebouwd onder leiding van de beroemde Limburgse architect Pierre Cuypers. (foto)

In die periode was Henricus Hasenackers pastoor in Well en de kapelaan was Frans Omes.

Op 5 mei 1869 had de aanbesteding van de opbouw van de kerktoren plaats.

De hoogste inschrijvingssom bedroeg ƒ 7877,- de laagste daarentegen ƒ 7000,- zodat het werk gegund werd aan de laagste inschrijvers: de aannemers Klein en Geenen uit Weeze, net over de grens in Duitsland.

De toren was 56 meter hoog, aldus Gerard Peters in zijn 'Kroniek der Heerlijkheid Well'.

 


 

Venloosch Weekblad 23-09-1871

In de periode dat Henricus Hasenackers pastoor was in Well werd in 1857 het kerkhof uitgebreid en de Kerhofkapel gebouwd. Bovendien in 1869 de hoge toren gebouwd. Bij zijn feest in 1871 had deze pastoor dus iets om trots op te zijn.


 

De dood van de pastoor werd uitvoerig in de regiokranten beschreven.


 

 


 

Het laatgotische priesterkoor uit 1607 is het oudste deel van de kerk.


 

Het schip van de kerk dateert uit 1841. De kinderen namen op de knieën plaats op kleine knielbankjes in het middenschip. Alleen tijdens de preek mochten ze gaan zitten.


 

De kerk had een prachtige preekstoel met baldekijn en fraai houtsnijwerk. Hiervan is alleen de kuip, met 3 evangelisten Matteüs, Lucas en Johannes bewaard gebleven.  Het medaillon met de evangelist Marcus is na de oorlog verdwenen.


 

Het gebouw rustte op 12 witte pilaren, zes aan weerzijden. Dit was een symbool van de 12 apostelen.


 

Dit decoratief rijke priesterkoor is een bevestiging van de betekenis en het aanzien van de plaats Well temidden van de omliggende dorpen.
Het paneel van het hoofdaltaar is in 1760 te Kevelaer vervaardigd. Hierin hangt centraal een schilderij dat de opstanding van Christus voorstelt.
Het toont de verrezen Christus in een lendendoek, met een vaandel in zijn hand.
Aan zijn voeten vier Romeinse soldaten, die achterover vallen van het licht dat hen verblindt.

De vier glas-in-lood ramen werden geschonken door de Kasteelheer baron von Schloissnigg.

Limburger koerier 07-10-1905


 

Uit de krant van 21-08-1906


 

02-12-1909.


 

Er was een aparte ingang voor de kasteelbewoners. Het deurtje in de zuidmuur was exclusief voor de kasteelheer en zijn familie.

Deze deur is bewaard gebleven na de oorlog en werd door Peter Antoon Seuren naar de Paad gehaald en in zijn boerderij 'In den Nachtegaal' gezet, nu adres de Paad 3. Ook is ze naderhand iets verlengd en verplaatst door Cees Vane, de adel was vroeger aanzienlijk korter van stuk.


 

Gezicht op de St. Vituskerk vanaf de Kasteellaan. Rechts ligt de Hoenderstraat.

Well. 27-07-1912
Deze week zijn de werkzaamheden aan de kerk geëindigd.
Op het priesterkoor en de sacristie is een nieuw dak gekomen met flinke gooten om 't regenwater te loozen.
De onmogelijke keien voor de kerk zijn verwijderd en 't heele plein met klinkers belegd, zoodat men thans met 't meeste gemak de kerk kan bereiken. De kerk zelf is zoowel van buiten als van binnen flink opgeknapt. 
De wijzerplaten en alle hardsteen buiten zijn flink onder handen genomen, terwijl binnen eens flink gestoft, gewit en geschrobd is. De groote kroonluchter heeft eveneens een verjongingskuur ondergaan en is thans een sieraad voor de kerk.
Als nu dezen winter de kroon op 't werk gezet is en de onoogelijke petroleumlampjes vervangen zijn door helder uitstralende, flink lichtgevende gaskronen, dan mag de Zeer.Eerwaarde heer Pastoor met de meeste voldoening nederzien op de vele belangrijke verbeteringen, ten gerieve der parochianen aangebracht. 


 

Limburger koerier 08-10-1912


 

Uit de krant van 28-12-1912.


 

Limburger koerier 20-10-1916.


 

Limburger koerier 30-12-1916.


 

 Overstroming van de Maas in 1916


 

Limburger koerier 05-10-1916.


 

Limburger koerier 30-12-1916.

Op 30-09-1916 schreef men: In den avond van 29 september overleed de heer Jos. Deckers, sedert ruim 40 jaren koster en organist alhier. Met „Sef" is weer een stuk van 't oude Wellsche volksleven heengegaan. God geve hem de eeuwige rust.


 

Het Theresia beeld nabij de hoofdingang uit 1927.


 

Artikel uit de Limburger Koerier van 28-04-1932


 

Zicht op Well in 1933.


 

Uit de krant van 10-10-1934.


 

Uit de krant van 12-10-1935.


 

Dit is de oude kerkingang te tijde van het huwelijk van Leen Koppers en Jules Spronk in 1935, waarvan u op deze foto de familie de kerk ziet verlaten.

Archief Well is in het bezit van een plan voor een nieuw ingangsportaal van 11 oktober 1935. In 1936  werd met de bouw begonnen.


 

Uit de krant van 26-03-1936.


 

Uit de krant van 06-06-1936.


 

En dit is die nieuwe ingang op een foto uit 1943 met het bruidspaar Leereveld-Simons, dat hier op de nieuwe trap staat.


 

Nog geen 10 jaar na de bouw waren toren en ingang weggeschoten door Engels geschut vanaf de andere kant van de Maas.


 

Op deze foto uit 1938 zien we de statige ranke kerktoren hoog oprijzen achter de oude kapelanie, die evenals de kerk vlak langs de Maas was gelegen. Geheel rechts is de Maas nog even te zien, een duidelijk beeld hoe dicht deze gebouwen bij het water lagen. Oude lindenbomen omzomen de kapelanie, die met haar zes grote ramen een prachtig uitzicht had op de scheepvaart en de pont op de Maas. 


 

De kerk met de zeer oude kerkhofmuur aan de Maaszijde. Het koor is nog van de vorige kerk.

De man op de voorgrond is Hermanus Jacobus (Herman) Wolf uit 's Gravenhage, de schoonzoon van bakenmeester Arnoldus Hubertus Robijns, die in het grote huis aan de andere (lange) kant van het kerkhof woonde.


 

Well in de jaren 1930.


 

De parochiekerk eind jaren '30 met een gedeelte van het aangrenzende kerkhof. Deze foto is genomen vanaf de Schoolstraat, zodat het schip (koor) van de achterzijde te zien is. Dit tafereel is nu geheel verdwenen. Alleen de muur aan de linkerzijde is nog aanwezig. 


Tweede Wereldoorlog:

De St. Vituskerk vanaf dezelfde plek in de Schoolstraat, net na de Tweede Wereldoorlog. Het kruis dat op de kerk te zien is, werd later op het kerkhof geplaatst, op de plek waar eens het altaar was.

Na de Tweede Wereldoorlog is de kerk afgebroken, maar de grafkelder is niet ontruimd. Alle kasteelbewoners die er ooit begraven zijn liggen nog op het oude kerkhof.


 

De kerk was al in november 1942 beroofd van haar klokken: Op 20 november hebben onze klokken 3 kwartier lang voor het laatst geluid. Zaterdag 21 november zijn ze alle drie naar beneden gehaald. Het gehele karwei was maandag 23 november voltooid. Ook het klokje van het Liefdegesticht moest mee, als vervanger voor 't klokje van de St. Rochuskapel.

Vanaf september 1944 was de kerk al diverse malen beschoten. Zelfs op een dag met 38 granaten.

Op 16 oktober stelt de pastoor dat de kerk niet meer in gebruik is omdat ze te zwaar beschadigd is en te gevaarlijk om er nog een H. Mis te kunnen lezen.

Op 18 oktober krijgen de kapelanie en het voorportaal enkele voltreffers. De Engelsen zaten al in Venray en wilden doorstoten tot aan de Maas. De kerktoren was voor hen een doorn in het oog, want de Duitsers hadden er een prachtige uitkijkpost.

Op 1 november, Allerheiligen,  speelt een Duitse soldaat nog een keer prachtig op het kerkorgel.

Op 2 november werd van over de Maas begonnen met de kerktoren kapot te schieten. De toren was een prima uitkijkpost voor de Duitsers. Wellenaren zagen van een afstand het trieste schouwspel. Het begon als een onregelmatig vuur van de Engelse kanonnen. Het is vandaag Allerzielen en veel granaten vallen in het dorp. Na vele missers is nu slechts gedeeltelijk de kerktoren er af geschoten door de geallieerden. De omliggende huizen in het dorp moesten het intussen ook zwaar ontgelden. Het huis van o.a. Koppers, van Bracht, Schreurs, Vrede, van Bommel, Thei Derks geraakt. Voor de inwoners was het een zeer angstige periode met kelder in en kelder uit.

Het kerkgebouw werd op zondag 26 november 1944 definitief door granaattreffers zwaar beschadigd. Die morgen vielen er 38 granaten op de toren en nog niet eraf! Vreselijk zware granaten en men had in de buurt veel angst en was ontzettend kwaad op de Engelsen door al die missers. Later begon de beschieting opnieuw en na 3 granaten lag de toren eindelijk omver. Ook het middenschip stortte voor een deel in. 

Het kostbaarste wat er van de inventaris verloren ging waren de oude paramenten. Ook de meeste banken, de biechtstoelen en ander houtwerk was vernield. Engelse soldaten waren iop een gegeven ogenblok bezig om de prachtig gebeeldhouwde eiken preekstoel (ca. 1800 Louis XVI) tot kachelhoutjes te hakken.

In februari 1948 krijgt de kerk een rijksbijdrage van F 26.000,- voor oorlogsschade van de inventaris, terwijl F110.000,- hiervoor ingeschat was. Pastoor M. Reiné heeft in 1945 met zijn (nieuwe) pony en kar de brokstukken van het prachtige altaar naar zijn huis gehaald en ze daar tot 1957 bewaard. Toen zijn ze naar het Bonnefantenmuseum van Maastricht gebracht voor restauratie. Het is een hele puzzel en monnikenwerk geweest om er weer één geheel van te maken. Maar het is gelukt en Well heeft hiermee het pronkstuk uit de oude kerk terug. In juli 1958 is het in de nieuwe kerk in de Hoenderstraat geplaatst. De plek waar de nieuwe kerk herbouwd is heeft in Well destijds veel beroering gebracht. Veel mensen wilden de plek aan de Maas behouden, maar pastoor Reiné was onverbiddelijk. Pastorie-kerk en school hoorden volgens hem bij elkaar te liggen.

Dit was er over van de kerk met op de voorgrond de volledig verwoeste kapelanie.


Meer foto's van de verwoeste kerk staan op DEZE pagina.

Uit het album van Thea Leegte-Derks


 

Dagblad voor Noord-Limburg 21-07-1952.


 

Dagblad voor Noord Limburg 03-10-1952.