Zoek

Asperges cultuur in Well

Traditioneel start het seizoen op de tweede donderdag van april en eindigt het op 24 juni, de naamdag van Sint Jan.  

Asperge is een groente die het gezicht van het landschap mede bepaalt en die tot de cultuur van dit gebied hoort. Deze delicatesse is in het seizoen volop beschikbaar dankzij het uitgebreid kweken van het „witte goud" in de talrijke zandbedden. Langs deze, soms hectaren uitgestrekte bedden, te midden van bossen en heidevelden, schuifelen de steeksters en stekers voort om de begeerde stengels aan de oppervlakte te toveren.

Vanaf de jaren '50 verdienen Wellenaren zo een aardige cent extra. Werkende mannen, jongens en meisjes nemen snipperdagen op. In alle vroegte verlaten de aspergetelers en stekers hun bed om naar die andere bedden te gaan om daar de jonge stengels te steken, die net hun kopje boven de aarde hebben gestoken; de zon krijgt dan geen kans om dat kopje blauwig te kleuren, want dat gaat ten koste van de kwaliteit.

Asperges zijn er in vele kwaliteiten; de beste (en dus de duurste) zijn wit, recht en een flinke vinger dik. De mindere kwaliteiten zijn vaak evengoed voor huishoudelijk gebruik. Asperges eet je met je vinger, net als een nieuwe haring. Het uiteinde van de asperges tussen duim en wijsvinger, de vork - in je linkerhand houdend - prik je achter het kopje en zo kun je ze lekker oppeuzelen. 

Door nieuwe teeltmethoden tegenwoordig, zoals bodemverwarming, komen de asperges steeds vroeger op de markt. In 2019 was er nog 21,89 ha. asperges in de gemeente Bergen.


 

Uit de krant van 18-04-1895. Hotel "het Roode Hert " lag in de Grotestraat, nu nr. 48.


 

Lees hier verder:

Is de ondergrond niet bijzonder doorlatend, dan moet men dezen 50 of 75 cm. weggraven en door vruchtbaren humusrijken grond vervangen, terwijl men, indien men gelegenheid heeft voor een goede afwatering, telkens in het derde pad een rij draineerbuizen legt. 
Er is niets, waarvan de asperges meer lijden dan van aanhoudende natte. De breedte van de bedden bepale men op 1 meter, die van de paden daartusschen op 60 & 70 cm. 
Wanneer het aspergebed aldus goed gespit, goed bemest en goed droog gelegd is, graaft men, op 33 centimeter van de kanten een voortje en harkt den grond van het bed daarin zoodanig, dat het bed in zijne lengte drie ruggen vertoont. 
Het hoogste punt van den eersten rug ligt dan aan weerskanten op 25 cm van de zijden van het bed, terwijl dat van den middelsten rug juist in het midden van het 'bed komt.
Op die hoogten worden nu de aspergeplanten gelegd, terwijl de wortels gelijkelijk naar alle zijden worden uitgespreid. Hierdoor komt het hart van de aspergeplanten iets hooger te staan, dan de wortels, wat zeer gewenscht is. 
Daarna worden de planten bedekt met den grond, dien men te voren in de paden heeft opgehoogd, doch niet dieper dan 8 á 10 centimeter, Vroeger groef men de aspergebedden uit en bracht de planten een voet diep in den grond. Het nadeelige van zoodanige handelwijze wordt thans algemeen ingezien.
Op het bed komen nu drie rijen. De eerste planten van de beide buitenrijen worden gezet op 25 cm van den noord- of zuidkant, de eerste plant van de middelste rij op vijftig cm van dienzelfden kant; verder behoudt men tusschen de planten in de rij regelmatig een afstand van 50 centimeters. 
Is men hiermede gereed, dan behoeft men het eerste jaar niets te doen dan de bedden voordurend zuiver te houden. In het najaar snijdt men de stengels ongeveer 10 cm boven den grond af en dekt de bedden ruim met langen stalmest, dien men in het voorjaar wegharkt. De voedende bestanddeelen zijn dan in den grond getrokken en hetgeen weggeharkt wordt, is niet veel meer dan stroo.
Een nabemesting met 6 á 7 dekagram ammoniak-superphosphaat en 3 dekagram zwavelzure kalimagnesia per vierkanten meter is zeer aan te bevelen. Ook het tweede jaar laat men de asperges doorgroeien, steeds zorgende dat het onkruid verwijderd wordt; in het najaar handele men evenals het vorig jaar en geve in het volgend voorjaar weder gelijke bemesting met ammoniak-superphosphaat en zwavelzure kalimagnesia.
In het 3e voorjaar worden de bedden opgehoogd tot 25 á 30 cm. boven de plant en kan men beginnen te steken, waarmede men het eerste jaar eindigt in het begin van Juni; later zet men het steken voort tot St. Jan (24 Juni). Zoodra men met steken ophoudt, wordt de opgehoogd» grond weder in de paden geworpen en de bedden gelijk gemaakt, om daardoor aan lucht en warmte gelegenheid te geven in den grond door te dringen. 
Met de jaarlijksche bemesting moet op de hooger beschreven wijze worden voortgegaan; nu en dan met eene toevoeging van kali, Wanneer aspergebedden op de aangegeven manier worden aangelegd en behandeld, kunnen zij 20 tot 30 achtereen volgende jaren een goeden oogst voortbrengen.

Thans biijft ons nog aan te wijzen, welke soort men moet kiezen uit de vele soorten, die ons in de catalogi worden aangeboden. Zoo heeft men de asperge Palmetto, ene Amerikaansche soort, die aanbevolen wordt als snelgroeiend, milddragend, dik, fijn van vleesch en geurig. Als nog fijner en nog geuriger, maar minder dik, wordt ons een andere Amerikaansche soort aangeprezen: de White Columbian Mammouth. Ene derde soort draagt den naam van Connovers colossal en wordt als de meest snelgroeiende geroemd. 
Wij zijn te beleefd om al die fijnheid en snelgroeiendheid tegen te spreken, maar als we zelven een bed asperges moesten aanleggen dan zouden wij de voorkeur geven aan de gewone Hollandsche, die bij eene goede behandeling fijnheid van smaak paart aan groote vruchtbaarheid en hier volkomen geacclimatiseerd is. Moesten we verscheidene bedden aanleggen, dan beplantten we een bad met de vroege van Argenteuil, ene Fransche asperge, die in Frankrijk veel aangekweekt wordt, omdat zij werkelijk vroeger is dan de andere soorten. Wanneer men de planten voor een aanleg moet koopen, dan verdienen o. i. tweejarige planten de voorkeur.
Wij hebben nog een kleine opmerking. Zoodra de asperges in den groei zijn ziet men in verscheidene streken van ons land, waar men zich op da asperge-cultuur toelegt, aanbiedingen van toezending par postpakket. Wanneer man op zoo'n aanbieding ingaat, ontvangt men waarlijk zeer mooie, zeer blanke en tevens zeer lange asperges, die opgediend, wel een zeer mooie vertooning maken, maar waarvan toch doorgaans niet veel meer dan de helft bepaald genietbaar is. De reden daarvan ligt voor de hand.
Om lange blanke asperges te krijgen, moet men de bedden zeer hoog aanaarden. Om door die hoogten heen te groeien en den bovenkant te bereiken, hebben de asperges eenigen tijd noodig. 
In den tijd, die daardoor besteed wordt, zijn de ondereinden eenigszins stokkerig geworden, en zijn dus, hoe koopziende het geheel er ook uit ziet, niet veel meer dan draden met aspergeswater. Na dit vastgesteld te 'hebben, willen wij daaraan de opmerking toevoegen, dat hij, die asperges steekt voor eigen gebruik, de bedden niet te hoog moet aanaarden. Als men zich tevreden stelt met asperges van 15 á 16 cm lengte, dan zal men ongetwijfeld de smakelijkste asperges op tafel brengen, terwijl men de plant niet nutteloos uitput, om iets voort te brengen, dat in den regel toch niet genuttigd wordt. 


 

30-08-1905. Lees hier verder:
1. De aspergeteelt wordt in Duitschland, althans in de door ons bezochte streken, voornamelijk op lichte gronden met een lagen waterstand uitgeoefend.
2. In ons land zijn in Noord-Brabant, Limburg, Het Gooi, Utrecht, Drenthe, overeenkomstige grondsoorten in voldoende hoeveelheid aanwezig, zoodat de aard en de ligging van den bodem geene beletselen behoeven te zijn, om ten onzent even goede uitkomsten te verkrijgen.
3. In tegenstelling met het Westland wordt de asperge in Duitschland overal sterk bemest, wat vermoedelijk ééne der redenen is van de betere uitkomsten, die men daar verkrijgt. 
4. Om een beter product en in 't algemeen eene hoogere opbrengst te verkrijgen, verdient het voorts aanbeveling onze 2-rijige teeltwijze te vervangen door de 1-rijige cultuurmethode, die
in Brunswijk en Hessen algemeen wordt toegepast en op de andere door ons bezochte plaatsen meer en meer in gebruik komt.
5. De variëteit, welke men kweekt, heeft op de grootte en de kwaliteit van de opbrengst een zeer grooten invloed en aan het winnen van rassen, die zich voor eene bepaalde streek bij uitstek leenen, moet het tevens toegeschreven worden, dat de Duitsche asperge de Hollandsche overtreft.
6. In verband met het sub 5 aangevoerde, is het voor den Nederlandschen aspergeteler gewenscht de beste soorten uit het buitenland aan te schaffen en deze, indien het noodig blijkt, door eene zorgvuldige selectie beter geschikt te maken voor onze toestanden.
7. Bij de voortteling in het algemeen, ook wanneer die niet ten doel heeft, om nieuwe rassen te winnen, moeten onze aspergetelers, meer dan tot heden 't geval was, eene nauwkeurige teeltkeus, zoowel van de vader- als van de moederplanten, toepassen.


Een vooruitstrevende man en landbouw pioneer: Sjang Roeffen.

Ook de Noord Limburger Sjang Roeffen las in de kranten over de Duitse manier van asperge telen. Hij reisde bijna 400 kilometer en kwam als bedrijfsleider in Braunschweig op een 450 morgen (ca. 4 ha) groot asperge bedrijf. 

Braunschweig was destijds al het hart van de asperge teelt omdat deze plaats van oudsher een culinaire pioniersrol heeft gespeeld en ervoor heeft gezorgd dat de fijne groenten in het wit worden geconsumeerd. Terwijl in het begin de groene asperges altijd werden geteeld, wat in grote delen van Duitsland tot het midden van de 19e eeuw nog de voorkeur had, werd de witte asperge in Braunschweig geteeld, de zogenaamde "gebleekte asperges", waarvan de smaak aanzienlijk beter was en die veranderde over het algemeen in Duitsland in de tweede helft van de 19e eeuw. De eerste ingeblikte asperges ontstonden rond 1840 in Braunschweig. Sindsdien heeft speciale landbouwliteratuur veel aandacht gewijd aan de problemen van de teelt van asperges, en boeren in gebieden met anders onbruikbare zandgronden zagen hierin nieuwe inkomstenbronnen uit de teelt van asperges. 


 

Kennismaking van Sjang Roeffen met asperge in Braunschweich (Brunswijk).


 

Toen zijn jongere halfbroer Toon Roeffen *Well 10-03-1881 zich in 1899 moest melden als soldaat was Sjang nodig op het ouderlijke bedrijf en keerde hij terug naar de Sintelenberg. In de aspergeconservenfabriek en op de aspergevelden in Braunschweich had Sjang veel geleerd over de teelt van deze kostbare witte groente. En natuurlijk bracht hij een hele partij aspergeplanten mee naar Limburg, genoeg om er 2,5 are mee aan te planten. Op zijn ouderlijk bedrijf werd enkele jaren later in het voorjaar maar liefst 1000 Duitse marken met de asperge verdiend, nog voordat de andere tuinbouwproducten verhandeld werden.

Handelsgeest.

Zijn tante uit Kevelaer had hem op het idee gebracht om met zelf geteelde tuinbouwproducten op de weekmarkt in Kevelaer te gaan staan. Eerst ging het vervoer per fiets en ging hij met 10 kg. staakbonen en nog wat augurken naar het Duitse bedevaartsoord. Toen de fiets verruild werd voor een kar, gingen er ook aardappelen en eieren mee. Naast Kevelaer ging Sjang nu ook naar Goch en men zag dat het ondernemen hem in het bloed zat. De zaken gingen goed en al spoedig gingen ook de bekende Wellse tuinders Gebr. Simons, Heuren en Albers mee de grens over.

Coba en Sjang Roeffen-Cornelissen bij hun woning. Huidig adres Wezerweg 1.


Asperge in 1917 aan de Wezerweg.

Toen Sjang en Coba in 1917 aan de Wezerweg kwamen wonen werd er meteen 1 hectare asperge aangelegd. Maar weer kreeg hij in Well geen navolging op zijn manier van telen en gebruik maken van kunstmest op de zandgronden. Sjang was zodoende de enige aspergeteler in deze streek. Voor zijn witte asperge had hij aanvankelijk een vaste afnemer in Goch.

Sjang Roeffen was in 1921 ook de oprichter van de Wellse Boerenbond (L.L.T.B.). Tevens was hij bestuurslid van de Wellse Tuinbouwvereniging.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam de landbouw en de aspergesteelt in Well weer heel langzaam op gang. De grote uitbreiding in de gemeente Bergen kwam pas toen in 1953 een asperge commissie werd ingesteld. In onze gemeente stond die commissie o.l.v. meester Wim Koppers en Frans van Aerssen uit Aijen. Zij hadden de taak om boeren te stimuleren om op hun zandgronden asperge te gaan verbouwen. In de omgeving van Grubbenvorst werden de aspegeplanten gekocht en verdeeld onder de liefhebbers. Vanaf die tijd steeg ook het aantal aspergeboeren in Well. Maar we kunnen gerust stellen, dat Sjang Roeffen de grondlegger is van de witte aspergeteelt in deze regio en dat die aan de Sintelenberg en in Well aan de Wezerweg begon.

Tot voor kort werd op deze plek aan de Wezerweg nr.1 nog steeds asperge verbouwd en verkocht.

Nieuwe Venlosche courant 05-06-1926.


 

Uit de krant van 12-06-1972. Het ongeluk gebeurde bij Engelen Wezerweg 1.


 

Til Haumann in 1954. De foto werd gemaakt voor een Landbouwblad. Als 15 jarig meisje moest zij  thuis op de Halve Maan al volop mee asperge steken.


 

Juni 1956. Louis en Anneke Jenneskens-Koppes van de Grote Waaij zijn aan hun 3e asperge seizoen bezig. Ze hebben hulp van buurvrouw Lies Kersten met de ondereinden afsnijden. Sorteren op dikte werd voor de huisverkoop nog niet gedaan. De asperge werd in houten kratten aan de veiling geleverd. Louis en Anneke verkochten de Grote Waaij in 1961, ze hadden ernaast een nieuw huis laten bouwen waar ze nog tot ca. 1980 asperge verkochten.


 

Op het veld in 1957. v.l.n.r. Rietje Klabbers - Elly Schraven - Riek Baltissen - Roos Hendrix van Rensch - Louis Jenneskens - Truus Hendrix - Hanny Peters - Albert Baltissen - Zus Deckers.


 

Nabij de Rijksweg tegenover de Grote Waaij, op het veld van Louis Jenneskens  in 1957.


 

Dagblad voor Noord-Limburg 31-05-1957.


 

Asperge sorteren bij Jan Koppes in het Knikkerdorp. 


 

Medio jaren '50. Voor zover bekend v.l.n.r. Fien en Wim Theunissen - Truuj en Hen van den Hoef - Emma Coolen Lucassen - Chris en Lies Driessen - boven Chris Hebben. Vooraan Theo Koppes - Jaan van Elsen - An Hebben Cornelissen en Jan Koppes, alias Jan d'n Boer.


 

Aan het werk bij Jozef Laarakker in het Wellsmeer. Hij had 15 hectare asperge.


 

Juni 1962. Nel Swemers - Theunissen wast de asperge die zoon Kobus in het Knikkerdorp heeft gestoken.


 

Jan Baltissen, thuis in de Bosserheide.


 

Verzameling met diverse Wellenaren die asperge telen of steken.


 

Dagblad voor Noord-Limburg 24-04-1976.


 

Uit de krant van 25-08-1977


 

Uit het familiealbum van Gert en Dien Valckx-Hermans.


Helaas zijn na ca. 100 jaar asperges in Well nagenoeg alle velden verdwenen. Jos en Suzan Laarakker-Haumann zijn de laatste telers.

Wie had kunnen denken dat een eeuw nadat Sjang Roeffen de aspergesplanten toevertrouwde aan de Wellse zandgrond, de aspergeteelt is uitgegroeid tot een landelijk fenomeen onder de naam "het witte goud". Hiervan herbergt Well een van de belangrijke landelijke ambassadeurs Marja en René Brienen met hun restaurant Brienen aan de Maas.

 


 

Weet jij meer of heb je foto's? Geef het door!