Zoek

Wells Gildezilver uit de 17e en 18e eeuw

In 1881 maakte het Antoniusgilde een dieptepunt door, waarbij zelfs het zilver verkocht moest worden.

Tijdens de Franse bezetting werd hier in Well een schat verborgen. De toenmalige baron van het kasteel werd door de Fransen verantwoordelijk gesteld voor de inlevering van het gildezilver. Het Antoniusgilde was net als de andere gilden door de  Franse bezetter verboden. De baron echter metselde het gehele zaakje in de muren van zijn middeleeuws kasteel. Bij de bevrijding van de Nederlanden in 1813 was de baron inmiddels dood en hoe men ook kapte in de dikke muren, het zilver werd -en is nog steeds- niet gevonden. Misschien maar goed ook, want nu is de Schutterij van Well nog rijk, al kan ze het niet laten zien. Een klein deel van het zilverwerk dat niet mee verborgen was, moesten de dappere mannen op 11 maart 1881 uit geldgebrek verkopen. Documenten hiervan zijn er waarschijnlijk niet meer. Het zilver bracht niet genoeg op om uit de schulden te komen en het Gilde heeft hierna korte tijd stil gelegen, op een lid na. Dat was Peter Mathijs Kleijn, de opzichter van het kasteel. Acht zilveren platen en een zilveren vogel met kroon werden in 1882 door het ministerie van Binnenlandse zaken geschonken aan het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst in Den Haag. David van der Kellen was hier destijds de museumdirecteur die het in ontvangst nam.

Staatcourant 30-01-1884. Bekendmaking door het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst in Den Haag over de stukken die in1882 geschonken werden aan dit museum door het Ministerie van Binnenlansche zaken. Onder alle giften aan het museum, die door de overheid aangekocht waren, was ook het Wellse gildezilver. Dit waren schilden en een papagaai aan een ketting. 


 

Gekroonde Papagaai uit de 16e eeuw. De papegaai of koningsvogel is het teken van het koningschap en wordt alleen door de schutterskoning gedragen.


 De zilveren Gildeplaten.  

Gildeschild circa 1648. Bovenaan is de inscriptie gegraveerd: 'FREDREIH HEON ANNO 1648'. Hieronder is een tak afgebeeld met een bloem, bladeren en twee knoppen of vruchten. Hoogte: 7.2 cm, breedte: 6.5 cm, diepte: 0.2 cm.


 

Gildeschild circa 1648. Bovenaan is de inscriptie gegraveerd: 'PETER HEBBEN ANO 1648'. Hieronder is een rank afgebeeld met bloemen en bladeren. Hoogte: 7.2 cm, breedte: 6.2 cm, diepte: 0.2 cm.


 

Gildeschild circa 1648. Bovenaan staat de inscriptie gegraveerd: 'HENDRECK VAN SEILLLER ANO 1648'. Hieronder is een rank afgebeeld met bloemen en bladeren. Hoogte: 7.6 cm, breedte: 6.9 cm, diepte: 0.2 cm.


 

Gildeschild 1654-1667. Binnen een kantlijn die de omtrek van het schild volgt en die voorzien is van bladachtige versieringsmotieven is bovenaan de naam 'ERICUS MILIUS' gegraveerd. Daaronder zijn een wapen, vermoedelijk diens familiewapen, en het jaartal '1652' gegraveerd. Ericus Milius trad in dienst van het grafelijke geslacht Van Limburg van Styrum en werd 25 september 1662 als scholtis van Well beëdigd. Hoogte: 8.4 cm, breedte: 7.1 cm, diepte: 0.2 cm. Vervaardiger is Henderick Klingerborch, zilversmid te Venlo.


 

Koningsplaat circa 1661. Op de plaat is een rand uitgedreven van geschubde bladornamenten. Daarbinnen staat het gegraveerde alliantiewapen Bergh-Van Limburg Styrum met twee engeltjes als schilddragers. Boven en onder het wapen staat de inscriptie: 'Juliane Petronelle Comtesse D'Sterom Limbourgh et Bronchorst Les Premier D'Septembre 1661'. Hoogte: 23 cm, breedte: 19.4 cm, diepte: 0.5 cm.

Het afgebeelde alliantiewapen is derhalve het wapen van Juliane (persoonlijk). Opvallend is dat de 2 wildemannen die voorkomen in de wapens van van Limburg Stirum vervangen zijn door 2 engeltjes.

Vervaardiger is zilversmid Henderick Klingerborch uit Venlo. Hij was van 1654-1667 lid van het Sint Lucasgilde van Venlo.


 

Circa 1780. Zilveren keizersplaat in de vorm van een gekroond schild met een forse rocaille-achtige reliëfrand. Binnen de randomlijsting is een opgetuigd zeilschip afgebeeld met twee personen aan boord. Hieronder staat de inscriptie: 'ARNOLDUS HAAS KEIJZER ONDER DE GILDE VAN S: ANTONIUS TOT WEL DEN 15 junii 1780'. Hoogte: 15.6 cm, breedte: 10.2 cm, diepte: 1 cm.


 

Circa 1791. Zilveren keizersplaat. Binnen een kantlijn die de omtrek van het schild volgt en die bovenaan voorzien is van bloem- en bladversiering hangt aan een strik een horloge, dat staat op tien voor een. Hieronder staat de inscriptie: 'LAURENS BELTIES IS KIJSER TOT WEL ANNO 1791'. Hoogte: 11.5 cm, breedte: 7 cm, diepte: 0.6 cm


 

Circa 1791. Zilveren keizerinneplaat. Binnen een kantlijn die de omtrek van het schild volgt en aan de bovenkant voorzien is van bloem- en bladversiering en een lauwerkrans is een spinnewiel afgebeeld. Hieronder staat de inscriptie: 'MARIA BELTIES GEBORE GUTS KEIJSERIN 1791'. Hoogte: 11.5 cm, breedte: 7.2 cm, diepte: 1 cm.


Het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst was een museum dat zich richtte op de geschiedenis van Nederland. Vanaf 1885 was dit museum gevestigd in Amsterdam, in het Rijksmuseumgebouw, waarvan de nieuwbouw in dat jaar voltooid was. 

In 1918 bracht de Nederlandse Oudheidkundige Bond een rapport uit  om de cultuurhistorie en kunst in musea op te splitsen. Na veel discussie werd het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst in 1927 opgesplitst waardoor het museum als zelfstandige instelling werd opgeheven. Veel van de culturele collectie werd overgebracht naar het Openluchtmuseum in Arnhem. Een deel daarvan is te zien in het museumpark, maar het overgrote deel bevindt zich in een depot in Amersfoort. Hier ligt ook het Wellse gildezilver waar het gefotografeerd werd en het is nog steeds eigendom van de Nederlandse Staat.