Zoek

Merovingische graf vondsten in de Hoenderstraat 1956.

De Merovingische periode (450-751) is de periode in de West-Europese geschiedenis na de val van Rome waarin de Franken, een Germaans volk, geleidelijk de macht naar zich toe weten te trekken. Hun hoogtepunt bereikten ze in de daarop volgende Karolingische periode (751-987), waarin ze quasi heel West-Europa zouden domineren. De Merovingen waren een dynastie van Frankische koningen, die over een regelmatig veranderend gebied in delen van het huidige Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland regeerden van de 5e tot in de 8e eeuw.
Begrafenisrituelen. Doden werden volledig gekleed begraven, mannen met hun wapens, vrouwen met hun sieraden. In vaatwerk van glas en aardewerk kregen ze voedsel en drank mee.​

Archeologische vondsten in de Hoenderstraat.
Bij het graven van de fundamenten voor de nieuw te bouwen St. Vituskerk stuitten de grondwerkers van aannemersfirma Linskens & Verstraelen uit Blitterswijck in juni 1956 op een voormalig Merovingisch grafveld. Bij archeologisch onderzoek zijn diverse grafgeschenken aan het licht gekomen. Het was een fractie van het Wellse grafveld wat onderzocht is. Alleen de funderingssleuven van de toren en de sacristie zijn bekeken en in de ronde funderingskuilen van de kerk met een doorsnee van 1,5 m. De waarneming is gemeld bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, maar een gedegen onderzoek heeft nooit plaatsgevonden. Enkele putringen van waterputten werden volgestort met beton. Korte tijd na de vondst werd Ben Kruijsen van de Venrayse werkgroep gewaarschuwd, hij ging naar Well en zag de spullen bij pastoor Reiné liggen.
Er zijn in 1956 vondsten in de pastoriegarage van pastoor Reiné gelegd. Maar er zijn ook vondsten meegenomen. Dit verklaarden de aannemer en grondwerkers aan leden van de archeologische werkgroep van het LGOG te Venray. Zo is bijvoorbeeld nooit meer iets gezien van een grijs-blauwe urn die gevonden werd in een vuurkuil onder de huidige toren. De vuurkuil was een crematieplek.

Tevens zijn er enkele fragmenten van IJzertijd-maalstenen gevonden. In dit opzicht is de oudste vermelding van Well belangrijk. Die dateert uit 974 na Chr., toen de St. Vitusabdij in Mönchen-Gladbach het patronaatsrecht en de tienden van Well kreeg.

Het is zeer opmerkelijk, dat deze rijke Frankische grafvondsten werden gedaan langs de Hoenderstraat. De plaatsaanduiding met 'Hoen' was een Frankisch begrip. Een Hoenschap is een gemeenschap die oorspronkelijk honderd gezinnen omvatte. Volstrekt onbewust heeft Well gedurende vele eeuwen de naam Hoenderstraat bewaard totdat de verklaring kwam bij gelegenheid van de Frankische grafvondst in 1956.

De aannemer vond in 1956 ook nog twee 'kommetjes' van aardewerk uit de Romeinse tijd. Hij heeft ze thuis bewaard en begin jaren '60 aan de Wellse pastoor Theo Driessen gegeven. De pastoor heeft ze vervolgens aan het Bonnefantenmuseum in Maastricht gegeven. De 'kommetjes' waren urnen, waarvan de werkgroep uit Venray al in 1956 schetsen hebben gemaakt. 

Toen de Venrayse werkgroep bezig was met het inrichten van het Venrayse museum 't Freulekeshuus, zijn de vondsten daar naar toe gegaan op 20-11-1967. Dit museum heet nu Venrays museum en nog steeds heeft men hier deze vondsten van het Wellse kerkbestuur in bruikleen. Uit de nalatenschap van een deftige Frank uit Well zijn dit: drie speerpunten, twee umbo's, drie urnen en een fragment van een urn, een spijker en een wrijfsteen. 

UMBO 6,5 cm. hoog.


 

UMBO : een ijzeren schildknop, 9 cm. hoog.


 

Een van de gevonden urnen is donkergrijs en 14,5 cm. hoog.


 

Deze urn is 10,5 cm. hoog.


 

De lichtbruine urn is 13 cm. hoog en heeft een radstempelversiering.


Tijdens de Nationale Archeologiedagen 2017 organiseerde Archief Well de expositie ‘Ontdek historisch Well’.

 


 

 


 

 


 

 


 

Het is niet uitgesloten dat er zich rondom en onder de kerk nog een Merovingische schat aan grafgaven bevindt op een diepte van bijna 2,5 meter. Er naar gezocht heeft men nooit meer.