Zoek

Juliana op kasteel Well, 14 mei 1956

Van onze speciale verslaggevers)

MOOK, dinsdag. Het eerste van de reeks werkbezoeken die koningin Juliana aan sommige delen van ons land zal brengen, de tocht die zij gisteren door Noord- Limburg maakte, is een ware triomftocht geworden. In dorp en stad en langs de landelijke wegen werd zij toegejuicht door haar onderdanen. Alom wapperde de driekleur. En wat de ‘.Hoge Vrouwe’ het meest zal hebben ontroerd waren de tienduizenden uitbundige kinderen, getooid met oranje strikken en sjerpen en schorten. We kunnen ons niet herinneren ooit zoveel oranje te hebben gezien. Het is zes jaar geleden, dat Hare Majesteit onze zuidelijkste provincie bezocht, een gebied dat in velerlei opzicht jarenlang is achtergebleven, ook in de belangstelling van het overige vaderland en in de zichtbare aandacht van de overheid. Het was niet alleen geografisch een aanhangsel, dat wat al te veel aan zichzelf werd overgelaten, maar ook in zijn culturele en sociale ontwikkeling trager dan het noorden".

ISOLEMENT VERBROKEN

Eigenlijk pas na de oorlog is het isolement verbroken. Eerst economisch, door een snel voortschrijdende industrialisatie. Thans ook in geestelijke en maatschappelijke zin. Het behoeft geen betoog, dat deze geestelijke groei meer moeilijkheden ondervindt en meer tijd vergt dan de materiele. Er is evenwel een begin gemaakt, er zijn vorderingen vast te stellen en wat het voornaamste is: er is goede moed en veel goede wil. Er behoeft niet aan te worden getwijfeld, dat de Koningin op haar tocht een duidelijk en overtuigend beeld heeft gekregen van wat er in het ontwikkelingsgebied Noord-Limburg reeds is verricht en alsnog te doen staat. En het is toe te juichen, dat zij ditmaal met bijzondere toewijding studie heeft gemaakt van de sociale en maatschappelijke toestanden en problemen in een van de fraaiste delen van ons land.

GELUKKIGE MENSEN

Er zullen gisteren in het land tussen Mook en Posterholt heel wat mensen gelukkig zijn gemaakt. Zoals Lida en Albert en Hannie en Toontje, kleuters die hun Koningin bij het overschrijden van de Limburgse grens in welgekozen woorden mochten huldigen en haar bloemen mochten aanbieden, alsmede een symbolisch geschenk: een pot bosbessenjam, een product uit vruchten van de streek. Of zoals Martha en Annemie. die op het kasteel Well haar opwachting maakten met een grote korf heerlijke groenten, waaronder de specifieke gewassen van haar dorp: asperges en hagelwitte champignons. Of misschien wel de bescheiden kunstenaar Joep van de Keramische Industrie ‘Pint Joris’ uit Beesel. die de koninklijke bezoekster mocht verrassen met een siervaas en een vrouwenbeeldje uit Beeselse klei. Wellicht ook al de meisjes, die onderweg haar bloementuiltjes in plaats van lieve woorden mochten laten spreken. Of zoals de talrijke burgemeesters in ambtsketen, die de koninklijke hand mochten drukken. En zeker zoals het 76-jarige Coosje Coorens, de kokkin van de landbouwhuishoudschool, die vroeger al eens voor koningin Wilhelmina een maaltijd had bereid, en nu voor koningin Juliana haar keukenkunst kon tonen. Wat er aan haar ‘Jeune Poularde de Hollande’ en haar ‘Bavaroise Hawaii’ ook mag hebben ontbroken, gewis niet de liefde van een oude. trouwe, Limburgse Oranjeklant.

DE ARMZALIGSTEN

Getuigt het niet van diep gevoel, dat Hare Majesteit haar schreden het eerst richtte naar het Internaat ‘Maria Roepaan’, het verzorgingstehuis voor R.K. geestelijk gestoorde kinderen, de armzaligsten onder de armzaligen, die zonder eigen schuld veroordeeld zijn tot levenslange zwakzinnigheid? Dat zal Limburgs hart goed hebben gedaan. Het werkbezoek werd besloten met een bezichtiging van de nieuwe Staatsmijn ‘Beatrix’ in de gemeente Melick, vlak tegen de Duitse grens. Met grote belangstelling volgde koningin Juliana de demonstratie van een der reusachtige boortorens, die het landschap van Limburg karakteriseren. Voordat de reis naar Maastricht werd ondernomen, maakte de vorstin een rit door de schilderachtige boerendorpen van het Roergebied, waar zij weer met gejuich werd verwelkomd. Een gebeurtenis, die waarschijnlijk voor beide partijen onvergetelijk was.


 

(Van onze speciale verslaggever)

VENLO, 14 mei. — Langs hagen van duizenden mannen en vrouwen en kinderen, naar de rijksweg gestroomd vanuit fabrieken en werkplaatsen, vanaf de akkers, uit hun woningen en de scholen heeft H.M. Koningin Juliana een feestelijke doortocht gemaakt door Noord Limburg en de „Nieuwe Mijnstreek" onder Roermond. Alles werkte er toe mede om dit werkbezoek aan enkele centra in onze streek tot een feestelijk gebeuren te maken. Het Noord Limburgse landschap, gekleed in het jonge groen van het late voorjaar met overal nog de appelbomen in bloei, was op z'n schoonst ander de stralende zon van deze heldere dag. En zo was het ook met onze jeugd: wat zag zij er gezond en vrolijk uit overal waar zij langs de route stond opgesteld.

De aanblik van dit jonge Nederland, enthousiast zwaaiend met vlaggetjes en met heldere stemmen juichend en zingend, moet de Koningin ongetwijfeld verheugd hebben. En niet. minder het spontane gebaar, dat vele ouderen maakten. Voor verschillenden uit ons midden is het een grote dag in hun leven geworden nu zij de Koningin iets mochten vertellen over hun streek en uit de veelvuldige vragen, welke zij stelde, is wel gebleken hoe zeer de ter sprake gebrachte onderwerpen haar belangstelling hadden. 

Met een geheel ander vraagstuk, de problemen van het ontwikkelingsgebied Noord-Limburg, maakte de Koningin kennis op kasteel Well, waar zij, gezien het historisch decor door klaroenblazers te paard werd verwelkomd. Tijdens een korte bespreking in een der zalen van het kasteel werden enkele problemen, waarmee het ontwikkelingsgebied Noord-Limburg te kampen heeft, geschetst. Problemen als daar zijn het gebrek aan ruimten voor het sociale en culturele leven, de behoefte aan leiders, aan industrieel geschoolden en de gigantische vraagstukken ten gevolge van de grote structuurwijzigingen die momenteel in Noord-Limburg plaats hebben. 


 

Links van H. M. de koningin: gouverneur Frans Houben en rechts burgemeester Adriaan van Mackelenbergh.


 

 


 

 


 

 


 

Er werd o.a. aandacht aan de koningin gevraagd voor de problemen van het ontwikkelingsgebied "Tuindorp".

Martha Verkoelen en Annemie Janssen boden een groentemand aan met de woorden: "Majesteit mogen wij U deze groentemand aanbieden van Tuindorp Wellerlooi".

Op Kasteel Well was het Vormingscentrum voor Noord Limburg ondergebracht. Er was o.a. vanaf 1952 een internaat voor kraamverzorgstersopleiding van het Limburgse Groene Kruis. Initiatiefnemer hiervan was dokter van de Meerendonk uit Horst. Hier op het kasteel sprak de koningin met vijftien personen uit het maatschappelijke leven in Noord-Limburg. 

 


 

 


 

Op het kasteel zijn besprekingen gevoerd over de maatregelen voor verdere agrarische en industriële ontwikkeling van dit gebied, waar de laatste jaren de werkeloosheid op doeltreffende wijze is bestreden. De burgemeesters van Mook & Middelaar, Gennep, Ottersum en Bergen, de geestelijke overheid uit die plaatsen en het hoofd van het bureau Limburg van het ministerie van maatschappelijk werk namen hieraan deel. Ook waren afgevaardigden van landbouw en arbeidersorganisaties, het onderwijs en het kruiswerk aanwezig.