Zoek

Aijen

De Heerlijkheid Well omvatte: Well met het gehucht Wellerlooi (tot aan de Roode Beek) - Aijen - Bergen (tot aan Heukelom) en aan de overkant van de Maas een deel van Wanssum (de z.n. driehoek) tot aan de Molenbeek. De Heerlijkheid Well ontstond in de elfde eeuw. De Heerlijkheidsrechten van Well staan schriftelijk al vermeld in het jaar 1320.

Well was een vrije Heerlijkheid of bannerheerlijkheid, met grotere eigen bevoegdheden dan een gewone heerlijkheid. Zo moesten ook de inwoners van Aijen b.v. verplicht hun graan laten malen bij de molen die eigendom was van de kasteelheer van Well. Hij bezat ook onder andere het tol- vis- jacht- kooiker- vee- markt- munt- veerrecht in de Maas en nog andere rechten.


 

17-07-1834


 

08-11-1879. Zie ook Hoeve de Sintelenberg


 

30-06-1894.


Sint-Antoniusvuur.

In de vroegchristelijke geloofspraktijk mocht varkensvlees niet gegeten worden, vermoedelijk omdat varkens als alleseters competeerden met de mens. Iets wat in woestijn- of halfwoestijngebieden een zaak van leven of dood kon zijn. Nadat het christendom zich in Europa had verspreid, kon dit taboe niet overeind blijven: in dat continent zochten de dieren hun voedsel in de toen nog uitgestrekte bossen en hun vlees hielp de mensen te overleven tijdens de lange winters. Huisvarkens werden ‘verchristelijkt’ doordat Antonius van Egypte, een kluizenaar uit de derdevierde eeuw, aanroepen werd om te beschermen tegen twee, oppervlakkig gezien, gelijkaardige aandoeningen met sterk uitgesproken ontstekingsverschijnselen: moederkorenvergiftiging bij de mens en vlekziekte bij het varken, beide sint-antoniusvuur genoemd. Zijn status als ‘geneesheilige’ en beschermer tegen deze ziekten had de kluizenaar te danken aan het feit dat hij aan de ‘vurigste’ bekoringen van de duivel weerstaan had. De hospitaalorde van de antonieten, ontstaan
in de late middeleeuwen tijdens epidemieën van moederkorenvergiftiging, populariseerde de associatie van Antonius met varkens. Het feit dat het varken het typische attribuut werd  van deze populaire geneesheilige staat symbool voor de aanvaarding van het huisvarken als voedselbron in de toenmalige sterk religieus gedetermineerde Europese maatschappij.

Voor het onderhoud van de Antonius kapel vindt ieder jaar op- of rond 17 januari op authentieke wijze buiten bij de Aijense kapel de Köpkesmert plaats.

Venloosch nieuwsblad 21-01-1904. Een kleine gemeendschap met een grote traditie


 

Venloosch weekblad 09-02-1904.


 

Nieuwe Venlosche courant 07-01-1913.

Bruidegom: Michiel Thissen *Well 04-10-1835 †Aijen 06-01-1918. Zoon van Joannes Henricus Thissen en Johanna Diebels.
Huwelijk in Bergen op donderdag 16-01-1913.
Bruid: Anna Maria Bus *Broekhuizen 27-06-1852 †Heerlen 18-02-1939. Dochter van Mathijs Bus en Maria Catharina Pingen
Met haar vierde huwelijk was Anna:
Weduwe van Pieter Antoon Geurtjens (1830-1894), Huwelijk in Horst 18-08-1876.
Weduwe van Arnoldus Martinus van den Biesen (1842-1900), Huwelijk in Venray 28-01-1895.
Weduwe van Gerardus Goemans (1844-1902), Huwelijk in Bergen 14-10-1901.


 

03-10-1925

Het dorp Aijen, ontstaan op het hooge schoor aan den overgang van de Maas en aan den ouden weg, die door de beemden van Well langs de rivier op, naar Bergen loopt is uit eene Kom van een vijfentwintig tal boerenwoningen samengesteld. Op de hooge gedeelten rondom liggen nog de Sintelenberg de Honingen, de Suikerberg, de Vorsthof en de Wehr, terwijl p het zandige gedeelte naar Bergen toe, langs den eenige jaren geleden gemaakten grintweg eenige woningen en een klein kapelletje liggen. Het dorp ligt 1500 meter van den grooten rijksweg en van de hooger gelegen Oostelijke heidegronden af. Kort om het dorp liggen een smalle strook uiterwaarden en meer van de Maas af bij den grooten weg de broekgronden, waaruit nog geturfd wordt en de Aijensche beek ontspringt en een kort verloop heeft. Daar bouwland minder voorkomt is men op de veehouderij aangewezen. De kapel is van ouden datum. Ze ligt aan de zuidzijde van den dorpsweg. Wij hebben getracht, omtrent het verleden der kapel nadere gegevens te verkrijgen. In de visitatie van Bergen van 3 October 1663 staat; Er is eene kapel  van den H. Antonius te Aijen. Rector is de kapelaan uit kracht van het eén zijn met Bergen. Er zijn geen ornamenten aanwezig. De kapel-meesters worden door !en pastoor van Bergen aangesteld. De boeren maakten er een zolder in, om het graan te bewaren, tegen de eerbied en de eer der plaats in. Deze moeten alsnog uitgesloten worden van het gebruik. Het herstellen geschiedt uit de inkomsten der kapel. In 1722 schrijft men eenvoudig, dat er te Aijen eene kapel bestaat, die genoegzame inkomsten heeft. Zooals men uit het bovenstaande al kan zien, heeft men den oorspronkelijken gothieken vorm der kapel niet bewaard. Men wilde er daarom uit vrijwillig bijeengebrachte giften en gelden nieuwe ramen inzetten, van binnen opnieuw bepleisteren, van buiten opnieuw voegen, een nieuwe vloer leggen, een dubbele deur in den voorgevel maken en ze geheel in eere herstellen, wat een goed plan is en geprezen moet worden. Ik herinner me nog, hoe de alleszins bekwame en werkzame wethouder Korting indertijd deze denkbeelden zeer voorstond. Maar er zitten ijzeren ramen in die men weg moet nemen en in de openingen montants te metselen en de beglazing aanbrengen in glas in lood, eenvoudig maar stijlvol en netjes. Dat zal het oude gebouw weer geheel maken tot eene eerbare plaats van gebed en de schade, die die drie en een halve eeuw teekenden op de oude muren zullen. dan weer verdwijnen. Het is te hopen, dat de inwoners van Aijen slagen in hun goed voornemen en dat er ook van andere zijde hulp gebracht wordt om de kosten te bestrijden. De restauratie is een noodig en goed werk. Het klokje der kapel is 54 centimeter hoog, heeft eene doorsnede van 70 centimeter en draagt het volgend opschrift: Anno 1648 Johannes et Henricus a Trieg, fratres mee fuderunt. Guerdt Driessen, Werken Arndts, kapel-meesters. S. Antonius est nomen meus. Vertaald: Johannes en Henricus van Trier, gebroeders, goten mij, St. Antonius is mijn naam. De kapel werd door de kapelaans van Bergen bediend. Kapelaans die de kapel bedienden waren, voor zoover we die hebben kunnen achterhalen, Johannes Cornelissen uit Venray; Godefridus Geeren in 1688, ook nog in 1697; Willem van Holsaet, reeds in 1701, en 1736 Xanten 64 jaar oud; Petrus van Aerssen, geboren 7 December 1726, kapelaan te Bergen, later kanunnik te Wissel 1760. Hij stierf 20 September 1794. Hij liet gedurende die jaren de kapelanie van Bergen door anderen bedienen. Hij was een zoon van Gerrit van Aerssen, gezworene der heerlijkheid Well, Bergen en Aijen en zijne echtgenoote Dorothea Heijming uit Uedem (Kleefsland). Evenals alle andere plaatsen heeft ook Aijen een geleidelijke overgang van het oude tot het nieuwe medegemaakt door de vernieuwing en herbouw van verscheidene huizen. Hier moeten wij nog in herinnering brengen de groote ramp, die Aijen 19 Mei 1836 getroffen heeft. Donderdag voor Pinksteren ontstond er een hevige brand. Zes of zeven woningen werden een prooi der vlammen, terwijl twee menschenlevens te betreuren waren, die van Johannes Derickx en zijne dienstmaagd. Daarom werden door de inwoners in de Kapel twee zingende Missen gesticht, ééne op 5 Februari,feest van St. Agatha, patrones tegen brandgevaar en eene op 19 Mei den verjaardag van den brand. Het is te hopen, dat het rustige Maasdorpje in de toekomst voor dergelijke rampen bewaard blijve.


 

Uit het album van Karel Thissen *Aijen 27-02-1905. Met kinderen uit Aijen.

Boven: NN – Frans van Douveren – Bert Thissen – NN – NN – Tissen (Thissen) – Drikus Martens ( van de Leiendekker) – Toon van Dooren – Teng Litjens - … van Dooren – Jans?
Midden: Net Ponjee – Tonia Martens (van de Leiendekker) – Harrie van de Lisdonk – Jan Rutten – Karel Thissen – Toon Wijenberg – NN – Sjang Ponjée – Sjef Ponjée – Nöl Ponjée – meester Bèr Rouschop
Onder: Hoofdmeester Gerard van den Berg – Til Ponjée – Nellie van Douveren – To van Dooren – Dora Heijligers – Hanna Heijligers – Cisca Tissen – Dora Rutten – Beth Jurgens (Aijerdijk) – Lies Mercus – Drika Litjens – Trui Mercus – meester Theo Zegers. De naam van het meisje met de lei is onbekend.

 Theo Zegers was 37 jaar lang de kassier van de Bergense Boerenleenbank. Karel Thissen trouwde later met de Wellse Grada Klabbers uit de Grotestraat. Dora Heijligers trouwde met Wellenaar Wim Rijs uit 't Elsteren


 

Het oude Veerhuis van Aijen met de familie Jan van Aerssen-Heuvens en moeder Wilhelmina Jacobs met knipmuts.

Petrus van Aerssen *Venlo 30-05-1663 †Aijen 27-05-1709, Gehuwd met Catharina Rutten †Maashees 02-12-1731. Dit waren de stamouders van de familie van Aerssen in Aijen. Petrus en Catharia kochten van kasteelheer De Pas De Feuquières van "de Heerlijkheid Well-Bergen en Ayen" op 15-03-1695 voor de koopsom van 400 Rijksdaalders, boerderij “De Hermenshof”, op de “Kraakhut” te Aijen.

Enkele generaties verder huwde de 26 jarige Jacobus Gabriël van Aerssen op 22-06-1822 met de 21 jarige Wellse Maria Catharina Hoeken. Zij was een dochter van Michiel Hoeken en Hermina Clabbers.

Hun zoon Franciscus Wilhelmus van Aerssen *Aijen 23-05-1837 huwde op 06-05-1876 met Wilhelmina Jacobs *Bergen 20-05-1853 † Aijen 06-03-1934. Zij gingen in het Veerhuis wonen. Een zoon van dit echtpaar, Johannes Antonius (havenmeester) trouwde te Bergen op 03-06-1919 met Elisabeth Maria Heuvens uit Twissteden-Kevelaer. Zij kregen drie kinderen, waarvan Frans van Aerssen *Aijen 07-07-1920, gehuwd met Anneke Timmermans uit America in het Veerhuis bleven wonen tot in 1967. 


Smokkelaars in de Eerste Wereldoorlog.

Doordat ook in de grensstreek als gevolg van de oorlog bedrijven stilvielen, ontstond er werkloosheid. Ondanks het uitvoerverbod ‘verdwenen’ meteen na het begin van de Eerste Wereldoorlog flinke hoeveelheden meel, tabak, rijst, suiker, spek, benzine, margarine, worst, brood, kaas, gort, mais, vetten, raapolie, waspoeder, zeep, terpentijn, fietsbanden en veel meer over de grens naar Duitsland. 
Smokkelen werd een manier van overleven en de smokkelaars incasseerden flinke bedragen, uitbetaald in papiergeld. Maar het was niet zonder gevaar, regelmatig kwamen smokkelaars in het gevang.

Hoe en waarom onderstaande foto tot stand is gekomen en wie de fotograaf was is niet bekend.

Uit het album van Grad Wijers Moleneind Well. Het is een smokkelaarsgroep in ca.1916, gemaakt aan de Rijksweg in Aijen voor het huis van de fam. Jan Geurtjens-Broekmans. 

Op de voorgrond ligt de tramrails. Ongeveer tegenover de Zuivelfabriek lag deze boerderij annex 'Café Juliana' van het echtpaar Geurtjens-Broekmans. Links van de tafel staat Grad Wijers in uniform met laarzen. Staand achter de tafel met snor is Jan Geurtjens, de man rechts met bolhoed is zijn zwager Leonard Wilms uit Venray, gehuwd in Venray 08-02-1901 met Jozefina Geurtjens *Horst 20-05-1877. Links met de bierkan is moeder Anna Maria Geurtjens-Bus *Broekhuizen 27-06-1852 †Heerlen 18-02-1939. Links met de lei in de hand is Piet Heuts van de Bergerheide.

Jan Geurtjens (landbouwer) *Horst 25-01-1879 †Tilburg 09-09-1965 Gehuwd in Bergen op 30-06-1909 met Johanna Maria Broekmans *Bergen 14-01-1887 †Lage Mierde 20-01-1973. 
In de crisisjaren werkte zoon Peter Antoon Geurtjens in Reusel, waar Frans en Grad Laarakker in 1937 als ontginners naar toe waren verhuisd. In 1938 besloten Jan en Marie Geurtjens om met zeven kinderen naar de Corneliustraat in Hooge Mierde te gaan wonen.  


 

Bruiloft in 1918 bij de families Ponjee-Verstraelen en Tissen-van Aerssen.

Peter Johannes Tissen *Bergen 16-10-1891 trouwde op 18-04-1918 met Mechtildis Louisa Ponjee *Bergen 22-06-1895.

Ouders van de bruid: Johannes Ruthgerus Ponjee *Bergen 25-12-1859 Gehuwd op 05-05-1890 met Johanna Arnoldina Verstraelen *Bergen 04-10-1864.

Ouders van de bruidegom: Peter Johannes Tissen *Bergen 17-12-1856 Gehuwd op 22-09-1890 met Catharina Elisabeth van Aerssen *Bergen 29-04-1867

Onder de bruiloftsgasten is ook de Wellse familie Hubertus Coppers - Anna Maria Verstraelen *Aijen 17-09-1862. Frans Coppers zit vooraan 3e van links. Zijn moeder staat bovenaan links met knipmuts en twee van haar dochters.

Zestig jaar later. Afstammelingen van Johannes Rutgerus Ponjee en Johanna Arnoldina Verstraelen hielden in 1978 een reünie.


 

Echtpaar Verrijdt - Aben. Ze woonden op de Suykerberg, huidig adres Aijerdijk 4. Dit paar trouwde op 07-11-1918 en had geen kinderen. 

Michiel Verrijdt *Venray 22-11-1880 †Aijen 11-04-1964

Zoon van Hendrikus Verrijdt *Vierlingsbeek 17-05-1849. Gehuwd op 03-05-1878 met  Anna Maria Peeters *Venray 02-05-1852.

Johanna Margaretha Aben * Groeningen - gem. Vierlingsbeek 10-01-1884 †Well 27-08-1973

Dochter van Cornelis Aben *Vierlingsbeek  02-08-1851 Gehuwd op 29-04-1881 met Maria Willems *Maashees en Overloon 31-03-1850

Michiel Verrijdt was een broer van Peter Verrijdt uit het Knikkerdorp.​


 

In 1903 verhuisde de familie Hendrikus Verrijdt - Peters vanuit Overloon naar deze woning  in Aijen op de Suykerberg  .

Vanaf hun trouwen hebben Michiel en Han Verrijdt in de boerderij van zijn ouders gewoond.

De boerderij werd in 1958 verkocht aan het echtpaar Jan Wijnen - Kessels onder de conditie dat het echtpaar Verrijdt er tot hun dood kon blijven wonen. In dialect zegt men: 'Jan en Truuj brochten eur an 't ènd'. Han stierf in het bejaardenhuis Eldershome.


 

Gertruda Verrijdt - Zuster Cunera *Overloon 30-06-1885 † Steyl 24-03-1975. Dochter van Hendrikus Verrijdt en Anna Maria Peeters. 

Zuster van de Goddelijke Voorzienigheid.


 

Gerardus Verrijdt *Overloon 11-12-1888 †Vught 30-07-1955. Zoon van Hendrikus Verrijdt en Anna Maria Peeters. Op 08-09-1914 was zijn kloosterprofessie bij de Missionarissen van Scheut.

Deze Aijense Broeder werkte van 1925-1935 als missionaris in de Missie op de Filipijnen.


 

1920. Openbare school Bergen.

1923 Openbare school Bergen.

Bovenstaande 2 klassenfoto's komen uit het album van Johanna Catharina Annie Wolters *Aijen 25-01-1913 †Venlo 08-06-2010. Dochter van Hubertus en Hubertina Wolters-Kersjes. 


 

Stoomzuivelfabriek Sint Antonius Abt , die voor de bevolking van de gemeente Bergen gedurende vele jaren van grote betekenis is geweest. In 1917 is deze fabriek opgericht en 50 jaar lang in bedrijf geweest, tot december 1958. Vòòr 1917 was er in ieder dorp van de gemeente Bergen een melkfabriekje dat "de Fuus" werd genoemd.


 

Advertentie van 27-06-1931 in de Limburger Koerier.


 

Hen Roosen uit de Wellse Bosserheide haalde de melktuiten op bij de boeren en leverde ze af bij de Coöperatieve St. Antonius Zuivelfabriek in Aijen.


 

De familie Rutten-Janssen op de foto ter ere van de zilveren bruiloft in juni 1928. Staand v.l.n.r.: Lies - Door - Keet - An - Jan - en Gerrit. Onder: Mieneke - moeder - vader - Louis en Hen.

Hermanus Rutten (metselaar - aannemer) *Well 13-08-1871 †Aijen 25-05-1946 Gehuwd op 15-06-1903 met Christina Janssen *Aijen Bergen 13-05-1880 †Aijen Bergen 15-04-1958. Dochter Lies woonde na haar huwelijk met Jozef Laarakker op de Meerschenhof in Well.


 

Bruidspaar Henri Hoevenaars en Marie Weijs op 17-06-1926. Marie was weduwe van Theodorus Claes †25-02-1923.

Hendrikus Ignatius Henri Hoevenaars schoenmaker *Aijen 01-02-1886 †Venray 24-03-1939 

Zoon van Ignatius Hoevenaars herbergier/kastelein *Gennep 1849 †Aijen 13-01-1917 Gehuwd (1) in 1875 met Johanna Aushorn *Goch (Dld) 1855 Gehuwd (2) met Sibella Michels *Pont (Dld) 1834. Het gezin Hoevenaars woonde aan de Rijksweg in Aijen, herberg - café 'de Tramhalte'.

Kleinzoon van Hendricus Hoevenaars schoenmaker *Gemert 12-05-1822 slager/schoenmaker †Gemert 05-04-1911 Gehuwd in Bergen 30-08-1843 met Johanna Gertrudis Oushoorn (Oudshoorn) naaister *Bergen 18-12-1818  †Gemert 10-12-1903

Maria Theresia Marie Weijs *Well 05-03-1898 † Venray 13-11-1966

Dochter van: Henricus Weijs landbouwer *Well 20-07-1867 †Well 07-10-1941 Gehuwd in Bergen 06-05-1895 met Hendrika Swemers *Well 15-09-1871 †Well 11-03-1943. 

Kleindochter van: Johannes Weijs *Well 22-05-1832 †Well 26-11-1876 Gehuwd met Johanna Koenen (Kuhnen) *Wetten (Dld) 08-02-1833 †Well 19-11-1907.

Kleindochter van: Jacobus Swemers *Well 30-09-1844 †Well 13-12-1925 Gehuwd in Bergen op 06-08-1870 met Maria Theresia Creemers *Well 09-08-1838 †Well 07-03-1906

Zus van Hannes *22-09-1895 X Elisabeth Kersten - Cobus *23-11-1900 X Hendrica Huibers - Han *01-11-1903 X Jac van der Coelen - Beth *Well 29-05-1907 X Dries Nijsen - Petronella *24-05-1911 †23-12-1917. Het gezin Henricus Weijs-Swemers woonde op de Halve Maan in hoeve "de kleine Muijs". 


 

Dit is de kleinzoon van de Wellse molenaar Mathias Michels: Frans Michels en zijn vrouw Grada Vermeulen uit Aijen met hun dochtertjes Annie en Truus Michels. Zij runden (na Ignatius Hoevenaars) café 'de Tramhalte' aan de Rijksweg.

De opa van Frans was eigenaar van de Michelsmolen in het Knikkerdorp Well.


 

Advertentie van 05-09-1931 in de Limburger Koerier


 

Uit het jubileumboekje van Harmonie de Vriendenkring in 1958.


 

13-10-1934.


Een gouden bruiloft was vroeger iets bijzonders, veel echtparen haalde deze gebeurtenis niet. Als dit voorkwam in een dorp kwam er vaak een fotograaf van de krant zoals op onderstaande berichten.

31-07-1937.  De foto is gemaakt bij de kerk in Bergen die 5 jaar eerder gebouwd was.

Gerardus Litjens *Venray 23-11-1862  †Aijen 15-03-1943 Gehuwd te Bergen op 18-07-1887 met Johanna Gertrudis Rutten *Aijen 02-05-1863  †Aijen 13-05-1941 Dit gezin woonde op het huidige adres Aijenseweg 20.


 

Krantenfoto van het ven 'Voelkeskoel' met de St. Antoniuskapel op de achtergrond. Uit het artikel 'Mooi Limburg' 31-07-1937.


 

Uit de krant van 25-11-1939 . 

Johann Heinrich Willems (bijnaam: Zwarte Johan) (landbouwer) * Schaepenhuijsen 1864 †Hoogezand 20-04-1945 Gehuwd te Hüls (Krefeld Dld) 15-11-1889  Maria Hermina Vennekens *Wanssum 08-05-1865 †Bergen 30-09-1947. Dit gezin woonde op het huidige adres de Paal 4 Aijen.


 

De ouders van Marie Janssen uit Aijen, vader was huisslachter en had de bijnaam Slegters Toeën. Moeder was geboren in het Knikkerdorp te Well.

Antonius Janssen *Bergen 15-02-1863 †Aijen 15-10-1923 Gehuwd in Bergen op 17-06-1895 met Johanna Everardina Creemers *Well 09-02-1871 †Vierlingsbeek 06-02-1960

Dochter Marie was getrouwd met Wellenaar Sjang Wijenberg. Dit gezin woonde op Papenbeek 2.


 

Drie Aijense zussen: Anna *1901 - Bertha *1898 en Marie *1896 Janssen


 

Frans Coppers uit de Grotestraat trouwde op 25-01-1934 met Liza van Bommel uit Aijen.

Johannes Franciscus Coppers *Well 14-06-1902 †18-06-1963 (kapper - winkelier - koster)

Elisabeth Theodora van Bommel *Aijen 17-04-1908 †Well 21-02-1986.

Dochter van Gerardus van Bommel (timmerman) *Bergen 09-02-1872. Gehuwd op 17-01-1907 met Gertrudis Verijdt *Bergen 25-02-1875 †Well 26-05-1952.

Dit gezin woonde aan de Aijerdijk, adres: Aijen 23. Petje Linders verbouwde later de timmerwerkplaats tot boerderij.


 

Het bruidspaar Dora Heijligers uit Aijen en Wim Rijs uit Well trouwde op 05-04-1934.


 

Op 26-08-1944 trouwde Grada Klabbers met de Aijense Karel Thissen. Zij kregen drie kinderen : Marij - Roos en Gé.

Grada woonde op huidig adres Grotestraat 96. Ze was een dochter van het kasteleins echtpaar Gerhard Klabbers * Niedermörmter Dld. 23-09-1868  † Well  26-05-1912 en Maria (Marijke) van Hees * Haps 20-04-1872  † Well 15-02-1956.

Voordat ze trouwde werkte Grada in de huishouding bij de doktersfamilie Gerard en Tonny van Bracht - van Lin in de Grotestraat. Na de oorlog woonden ze met hun twee kleine dochterjes in kasteel Well, dat voor enkele families als noodwoning was ingericht. Koningin Wilhelmina bracht in 1946 een bezoek aan kasteel Well, vader Kay heeft de kleine Marij op de arm.


 

Nöl Reiniers en Wies Baartz woonden in de Hoenderstaat. Hier te zien met hun tweeling Thea en Riet, geboren 18-06-1942.

Louise Baartz *Aijen 29-09-1919 was een dochter van Huub Baartz en Marie van Well

Arnoldus Reiniers *Well 18-03-1914 was een zoon van Eimbertus Reiniers en Theodora Martens.


 

Theo Baartz, de broer van Wies, trouwde met Miny Linders. Zij is een dochter van Piet en Nel Linders - Verkoelen uit de Grotestraat. Te zien is het bruidspaar met de familie van de bruid.

Theo en Miny kochten in 1963 een stuk grond van bakker / winkelier Jan Coppus en lieten er een huis bouwen, adres Aijen 11a.


 

Nieuwsblad van het Noorden 16-01-1951


 

Dagblad voor Noord-Limburg 18-01-1951. AIJEN - “Wie biedt? Eenmaal andermaal….”Kerkmeester Gerrit Josten, die als vendumeester fungeert, houdt een varkenskop omhoog ten overstaan van het beeld van St. Tönnis. Op de achtergrond het St. Antoniuskapelletje van Aijen, waarvoor deze traditionele verkoop was georganiseerd.


 

Nostalgie uit de jaren '50


 

Dagblad voor Noord-Limburg 14-01-1952

De H. Antonius, wiens feest over enkele dagen gevierd zal worden, werd vaak bij besmettelijke ziekten onder de mensheid aangeroepen. Zaterdag is daarover in dit blad het een en ander verteld. Ook echter bij besmettelijke ziekten onder het vee riep men de voorspraak van Antonius in en het is op dit gebied dat het onafscheidelijke varken bij zo menige beeltenis van de heilige z’n symbolische betekenis krijgt. Dit varken is gewoonlijk met een bel of schel omhangen. Heerste de ziekte nl. onder deze dieren, dan placht men een geheel of gedeeltelijk varken te zijner ere te offeren aan de kerk of aan het Antonietenklooster. Op sommige plaatsen liet men de zgn. St. Antonius-varkens vrij rondlopen en zich voeden met eikels ofwel andere kost en dan werden ze later voor een godsdienstig doel verkocht. De St. Theunis-kapellen werden veelal opgericht in wijken buiten het drukverkeer gelegen. Dit gebeurde ter herinnering aan het kluizenaarsleven van Antonius. Na verloop van tijd werden het echter gehele buurten, ja zelfs aparte parochies.
In het land van Cuijk lag in het Oelbroeck de reeds in 1322 vermelde Antonius kapel. Deze werd in 1477 van Boxmeer afgescheiden en vormde het dorp St. Antonius.
Afzonderlijk nog bestaande kapellen vindt men o.a. te Ayen en te Heukelom, beide onder de parochie Bergen, te Lomm, te Veltum onder Venray, te Groeningen bij Vierlingsbeek, Ven-Ottersum enz. Voor hetzelfde doel werd de H. Antonius als patroon of beschermer gekozen van gilden en broederschappen.
Vele van deze gilden waren nauw met armengilden verbonden of vormden vaak één geheel hiermede. De kerkelijke diensten voor deze gilden werden meestal op vasten- of boetedagen gehouden. De inkomsten van de gilden werden gedeeltelijk besteed voor kerkelijke doeleinden, een ander gedeelte werd in gezellig samenzijn verteerd op de Patroons dagen Ook Aijen, had in samenwerking met Bergen zijn gilde, de St. Petrus- en St. Theunisgild. Deze gilde schoot ieder jaar om de vogel. Als inkomsten had de gilde zes malder vruchten en bezat anderhalve morgen bouwland.

STIL GEHUCHT MET TEVREDEN MENSEN 

Het gehucht Aijen is door de eeuwen heen een stil plaatsje gebleven van tevreden mensen. Zolang de Heerlijkheid Well bestond, behoorde het met Bergen hiertoe en de tienden hiervoor werden nog tot rond en kort na deze eeuwwisseling in het Veerhuis geïnd. De zeer ruime St. Theuniskapel is zoals Mialaret aangeeft, te oordelen naar het steenverband en vorm inde 16e eeuw gebouwd, maar zal eerder van de 17e eeuw zijn. Voor bezoekers van buiten Aijen heeft de komst naar Aijen altijd een tweeledig doel. Op de eerste plaats is dit om St. Theunis te vereren doch verder wil men dan gewoonlijk ook in gezellig samenzijn in Aijen blijven van ’s morgens vroeg tot ’s avonds gewoonlijk heel laat. Allen vermaken zich dan in Aijen met kaarten, toepen om platsen door de schutterij en verder vinden vele oud bekenden elkaar hier weer en moet natuurlijk weer eens alles opgehaald worden van die goeie oude tijd. De alleroudsten weten dan nog te vertellen hoe 50 - 60 jaar geleden het er in Aijen toe ging. Hoe men tijdens de kermis bij Sebastopol ging dansen en een goede danser hierbij was dan vaak Jan de Duivel, die met zijn vrouw Teun zo goed kon dansen. Ook met de St. Theunis-kermis was er steeds bal van de schuttersvereniging en na afloop trok men allen gezamenlijk de vele cafés af in Aijen met Sebastopols Kobus of Litjens voorop met de harmonica. Met St. Theunis kwam de zangvereniging van Maashees en ook soms van Wanssum een concert geven in Aijen en later de zangvereniging van Bergen, de latere fanfare „Les Montagnards” 

GEZELLIG EN GOEDKOOP

Nog met graagte vertelt men van de gezelligheid in al die cafés in Aijen, o.a. bij het Mêndje, bij Sebastopol in de zaal café de Gouden Leeuw, café het witte paard, café het Veerhuis, bij Wijers, bij Verbeeten, bij Verstraelens Han in café het Anker, bij Hoevenaars enz. En met plezier vertelt men over de carnavalsoptochten die nog tot in de twintiger jaren van deze eeuw telkenjare plaats vonden. Allerhande figuren werden voorgesteld en vele groepen waren er bij. Zo trok Sjang Roeffen in 1900 in de optocht mee met een kater in een margarinekistje, voorstellende 'n marmotje. Dit marmotje bracht meer dan 11 mark kijkgeld op en het geld werd dan weer gezamenlijk verteerd. Zo doende kan men zich enigszins een voorstelling maken dat men zich vroeger beter, gezelliger en goedkoper kon vermaken dan tegenwoordig. Het aanschijn der wereld is in deze 50 à 60 jaren wel zeer veranderd, het gemoedelijke gehucht Aijen is gebleven en daarmee de St. Theunis kapel en de varkenskoppen. Laten we hopen dat dit mooie oude gebruik tot in lengte van dagen bewaard zal blijven.


 

Dagblad voor Noord-Limburg 18-12-1953.


 

Dagblad voor Noord-Limburg 21-01-1955


 

Op 22-06-1961 trouwde Mien van Dommelen met Gert Valckx van de Halve Maan (bijnaam Gert van de Fak).

Mien is een dochter van Lambert en Door van Dommelen - Theunissen, adres Aijen 15. 

Gert is een zoon van Tinus en Maria Valckx - van Vegchel


 

Mien Valckx-van Dommelen, jaren later bij haar ouderlijk huis. Zus Riek en haar man Jan Strijbos woonden er inmiddels. 


 

De Jonge Boeren Bergen uit het album van Grad Rühl. Hij staat bovenaan met de vlaggenstok achter zich.


 

Huwelijksfoto van Grad en Marie Rühl - Linders.

Na hun trouwen hebben ze vijf jaar in de Noordoostpolder gewoond, daarna 26 jaar op een boerderij op de Halve Maan. Vroeger werd dit gebied de Hei genoemd waar ooit in hun pand Baze Marie woonde. Weer later zijn Grad en Marie weer in hun geboortedorp Aijen gaan wonen.


 

Bruidpaar Piet Valckx en Drika Linders.

Drika is een dochter van Peter (Petje) Linders en Cato Derksen uit Aijen. Piet is afkomstig van de Halve Maan. Zoon van Drikus Valckx en Nel Rutten (rechts op de foto)


 

Toos - Drika - Marie en Annie Linders in 1969. 


 

30-12-1965.


 

Sjef Verrijdt uit het Knikkerdorp trouwde op 09-07-1965 met Jo Wolters. Samen runden Sjef en Jo een schoenenzaak, inclusief schoenenreparatie in de Grotestraat.​ Ze kregen twee zoons: Marcel en Jos.

Jo is een dochter van Piet Wolters *Aijen 25-11-1911 en An Ponjée *Bergen 01-10-1911. 


 

Albert Nijsen van de Halve Maan en Riet Verhoeven. Dochter van Theo en Han Verhoeven-Heijligers, Rijksweg 40 Aijen. Zus Mien Verhoeven was met Toon Leenen van de Halve Maan getrouwd.


 

Gert Haumann van de Halve Maan trouwt in 1969 met Greet Verhoeven, zus van bovenstaande Riet


 

De zus van Gert, Mia Haumann trouwde in 1969 met Joos Hesen. Ze gingen in Aijen wonen en kregen twee zoons: Ron en Jos.


 

Dagblad voor Noord-Limburg 22-01-1971.


 

Toos Linders uit Aijen, trouwde in mei 1972 met slager Hubèr Koppers uit de Grotestraat. Jarenlang hebben ze een slagerswinkel in Well gerund.

Marie - Drika en Toos Linders zijn zussen.


 

Op 16-12-1972 trouwde Loes Wolters met de Wellenaar Jan Janssen van de Paad.

Loes is een zus van Jo Verrijdt-Wolters. Ze wordt hier gefeliciteerd door haar oma Dien Wolters-Kersjes, de echtgenote van Bertus Wolters.


 

De Aijense Bamberg was eigendom van de Wellse kasteelheer Pieter Willem Baron de Liedel, die in 1852 deze windmolen liet bouwen omdat er tussen Afferden en Well geen gelegenheid was om graan te malen.

In 1905 is het echtpaar Gerard Hubert Jetten - Anna Maria Linders eigenaar geworden van de Sint Antoniusmolen. Jetten was een zoon van molenaar Martin Jetten en woonde in Blitterswijck. Zij waren op 26-04-1888, in de geboorteplaats van de bruid, te Wanssum getrouwd. Het consortium de  "Maatschappij Well" verkocht de molen aan deze pachters. De in Goch geboren Gerard Jetten stierf op 27-02-1934 op 82 jarige leeftijd. Zoon Leopold Jetten *30-06-1900 leerde het vak van zijn vader en werkte ook thuis op de molen. De erven Jetten hebben op 30-11-1937 de molen met het molenhuis aan molenaar Theodorus Simons (Thei de mulder) uit Vierlingsbeek. Hij kocht de molen in een publieke verkoop voor Fl. 3000,-  Door de ligging aan de Maas was deze molen een goed baken voor de schippers bij hoog water.

De molen werd een mikpunt voor Brits geschut dat bij het veerhuis in Vortum stond opgesteld. Op 22 oktober 1944 sloegen granaten grote gaten in de romp. De volgende dag kwamen de Duitsers terug en bliezen het bovenste deel van de molen op. 


 

De sluitsteen met inscriptie van de Aijense molentoog is na de Tweede Wereldoorlog bewaard gebleven en ingemetseld in het voormalige Molenhuis op de Aijenseweg 3 te Aijen.


 

AIJEN, 26 sept.1970 — In het Bergense kerkdorp Aijen is een stuk Noord-Limburgse geschiedenis geëindigd, dat het langgerekte Maasdorpje vooral in de oorlogsjaren veel bekendheid heeft gegeven. „Tei de Mulder " — bij de burgerlijke stand Theo Simons (60) — sloot voorgoed zijn maalderij 'St. Antonius’, vooral in 1943 en 1944 een toevluchtsoord voor honderden onderduikers en hongerige Brabanders en Limburgers. De windmolen van de Mulder was toen continu in bedrijf zelfs terwijl het op de oostelijke Maasoever tussen Well en Gennep granaten regende. De in 1852 door baron de Liedel de Well gebouwde windmolen met woonhuis werd in 1938 voor drieduizend gulden eigendom van Tei de Mulder. Precies zes jaar heeft hij er mee kunnen werken. Op 23 oktober 1944 werd de molen door granaatvuur met de grond gelijk gemaakt. Wat er in de maanden die daaraan voorafgingen precies in de Aijense molen gebeurd is, is niet bekend. In de streek weet men alleen te vertellen dat Tei dag en nacht heeft gewerkt, zelfs toen hij tijdens het malen door granaatscherven was getroffen.

ILLEGAAL

In de oorlog was de molen in Afferden al vrij gauw kapot geschoten en toen moesten de mensen hierheen. Aan de overkant van de Maas zaten drie- tot vierhonderd inwoners van Maashees, Groeningen en Vierlingsbeek maandenlang verscholen onder de struiken. Die kon je niet zonder brood laten zitten. In Bergen was een bakker die kon doorwerken. Overdag werd legaal op een zogenaamd begeleidingsbiljet gemalen, maar 's nachts kwamen ze van heinde en verre hierheen. Met een pungeltje over de schouder klopten ze voorzichtig tegen het raam. Ik vroeg toen een gulden voor elke vijftig kilo. Later, toen de toestand kritischer werd, heb ik helemaal geen geld meer gevraagd. Ik was al blij als ze weer weg waren". Tijdens het nachtwerk werd Tei de Mulder door granaatscherven in de rug en een arm getroffen. „In de laatste weken dat de molen er nog stond heb ik eigenlijk aan een stuk door gewerkt. We sliepen allemaal in de molen, zodat de mensen direct konden worden geholpen. Hoewel alles in het donker gebeurde en ik alleen even een knijpkat gebruikte bij het storten van de rogge en boekweit, zijn we toch wel eens door controleurs op heterdaad betrapt. Maar echte moeilijkheden zijn er met hen nooit geweest. Een van hen heb ik eens een bundeltje boekweit uit de hand getrokken. Hij had dat een bejaard echtpaar voor mijn deur ontfutseld. Een NSB 'er verscheen eens met 25 kilo rogge. Ik heb het pungeltje van de berg gegooid. De Duitsers boden zelfs een tientje voor elke gemalen 50 kilo. Ik heb hun vriendelijk verteld, dat ik alleen voor de Nederlanders maalde, en daarmee was de kous af".

FILOSOFIE

De Aijense windmolen — en later het tot maalderij omgebouwde woonhuis - zijn altijd een toevluchtsoord voor di streekbewoners geweest. Op de heuvel langs de Aijense weg bleef het ook in periodes dat het Maaswater grote delen van Bergen blank zette een drukte van belang. „Vroeger kwamen de boeren met hun paarden nog door het hoog water hierheen om snel wat te laten malen. De laatste jaren ging het met de tractoren natuurlijk wat gemakkelijker Het bleef druk. Tei de Mulder heeft  zijn eigen filosofie over zijn beroep. „De molenaar is over het algemeen een geziene figuur. Hij is een vrij man, bij wie ook iedereen welkom is. We worden als kindervrienden bestempeld. Dat heef iets te maken met de oude zegswijze: heb je de kinderen op schoot, dan heb je de moeder mee en daardoor krijg je vader als klant. Daar zit wel iets in". In de huiskamer hangt het laatste souvenir van de oude windmolen: een kanjer van een sleutel. Nu is ook de maalderij leeggehaald en schoon gemaakt. De machines staan er nog in. Ik weet niet of ik ze nog kwijt kan. Wie wil nu nog een maalderij? Tegen bulk is niet op te boksen. Als ik niets kan verkopen is het ook goed. De rust is me nu veel meer waard dan de centen".

Thei de mulder in zijn stilgelegde maalderij. De rust is hem nu meer waard.


Meer foto's en info staan op deze site van Historisch Archief Aijen